Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

1
H
Technische veranderingen voorbehouden
1
2
79
H1
H2

Onderhoud

Bij werken aan de aangebouwde machine de motor
uitschakelen en de contactsleutel aftrekken!
Niet op opgetilde drilmachine werken!
Indien de machine opgetild moet worden, dan moet zij
tegen een onvrijwillige daling beveiligd worden!
Vooraleer werken aan de hydraulische delen uit te
voeren de installatie drukloos maken!
De olie op vakkundige wijze verwijderen (hydraulische
olie op basis van minerale olie).
Na het eerste gebruik (ongeveer om de 8 uren) alle
schroeven opnieuw aantrekken, daarna regelmatig op
vaste zit controleren.
De lagers smeren: ongeveer om de 500 gebruiksuren de
schijflagers van de sporenmakers en van de markering
van de rijdvlakken smeren (multipurpose vet op basis
van lithium).
Het oliepeil in het drijfwerk controleren - meetstok (78/
1).
Permanente vulling- vulpeil 2,5 l – moet olie bijgevolg
worden: hydraulische olie HLP 32.
De kettingaandrijvingen invetten.
Scharnieren, spillen en zaaiwielhulzen (73/2 – bij
schakeling van de rijdvlakken) in goede staat houden.
(de zaaias en de zaadleidingen niet oliën.)
De kettingaandrijvingen naspannen – bij (79/1+2), en/of
78
bij roeras pagina 12+13 (32/5 of 35/5);
Bij schijfscharen de schijven zuiver houden en de
schrapers controleren.
Hydraulische slangleidingen regelmatig controleren en
in geval van beschadiging en/of broosheid vervangen
(reservedelenlijst). De slangleidingen zijn aan een
natuurlijke slijtage onderhevig, de gebruiksduur mag niet
hoger dan 5-6 jaar zijn.
Bij reiniging met waterstraal (in het bijzonder hoge druk)
niet direct op de elektrische componenten (bijvoorbeeld
magneetkoppelingen, kabelaansluitingen) en op lagers
(bijvoorbeeld de lagers van de schaar met enkelvoudige
schijf) richten.
Lakschaden verbeteren.
Vervuilingen op het "Multitronic"-toetsenbord enkel
met een vochtige doek en een mild, in het huishouden
gebruikt reinigingsmiddel verwijderen; de behuizing niet
in de vloeistof dompelen!
Bodemkleppen controleren: vooraleer met het zaaien
te beginnen, de instelling van alle bodemkleppen
controleren met lege zaadkast – door middel van de
justeermal (80/H1); daarvoor de instelhefboom voor
de bodemkleppen (80/H) op "1" plaatsen en de zaaias
zodanig draaien dat de zaaiasmoer beneden staat.
De justeermal naast de middelste rij zaaiwielnokken van
boven naar beneden draaiend tussen het zaaiwiel en de
bodemklep schuiven – tot de greep van de mal op de
zaagbehuizing ligt.
80
De justeermal moet zonder speling "ertussen passen";
najusteren door de schroef (80/H2) los te draaien en
in de correcte – spelingvrije – positie opnieuw vast te
schroeven.
29
11.2003

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Eco-line 250Eco 300Eco-line 300Eco 400Eco-line 400

Inhoudsopgave