Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Algemene Transportaanwijzingen - Rabe eco 250 Bedrijfshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Opgepast / Transport
De toestellen in de transportpositie brengen:
controleren of de toestellen geschikt zijn om
getransporteerd te worden.
Vooraleer op de openbare weg te rijden de
bestaande "MULTI tronic" van het stroomnetwerk
ontkoppelen (de stekker uit de contactdoos van
de tractor trekken). Het is verboden op het toestel
mee te rijden en zich binnen de gevarenzone van
het toestel op te houden.
De transportsnelheid aan de omstandigheden van
de straten en de wegen aanpassen. Opgepast in
bochten: de aanbouwtoestellen gaan zwenken!
De bepalingen van de verordening op de toelating
voor wegverkeer (StVZO) moeten in acht
genomen worden. Volgens de voorschriften van
de StVZO is de gebruiker verantwoordelijk voor
de verkeersveilige samenstelling van de tractor en
van het toestel tijdens ritten op openbare straten
en wegen. Door de aangebouwde toestellen
mogen de toegelaten tractor-aslasten, het
toegelaten totale gewicht en het draagvermogen
van de wielen (afhankelijk van de snelheid en
van de luchtdruk) niet overschreden worden. De
belasting op de voorste as moet, om een correcte
stuurveiligheid te verzekeren, minstens 20 % van
het lege gewicht van het voertuig bedragen. De
maximum toegelaten transportbreedte bedraagt
3 m. Indien de toestellen te breed zijn is een
uitzonderingstoestemming noodzakelijk.
De 4m-combinatie op een lang voertuig
transporteren. Op de omtrek van de toestellen
mogen geen delen zodanig naar buiten steken
dat zij het verkeer meer als onvermijdbaar in
gevaar brengen (§ 32 StVZO). Indien dit niet
vermeden kan worden moeten de delen in kwestie
afgedekt en duidelijk herkenbaar gemaakt worden.
Vastzetmiddelen zijn ook voor de kenmerking
van de buitenomtrekken van de toestellen,
evenals voor de achterwaartse vastzetting
noodzakelijk – bijvoorbeeld rood/wit gestreepte
waarschuwingsborden 423 x 423 mm – wanneer
het toestel zijdelings meer dan 40 cm over de
breedte- en achterlichten van de tractor uitsteekt;
of voor de achterwaartse beveiliging bij een
afstand van meer dan 1 m vanaf de achterlichten
tot het einde van het toestel. De rood/witte strepen
van de waarschuwingsborden moeten altijd naar
buiten/beneden lopen.
Verlichtingsinstallaties zijn noodzakelijk
wanneer aanbouwtoestellen de lampen van de
tractor bedekken of weersafhankelijke visuele
omstandigheden dit noodzakelijk maken; of
bijvoorbeeld naar voren of naar achteren, wanneer
het aanbouwtoestel zijdelings meer dan 40cm over
de verlichtingsinrichting van de tractor uitsteekt of
voor de achterwaartse vastzetting bij een afstand
groter dan 1 m tussen de achterlichten van de
tractor en het einde van het toestel. Wij raden u
aan de noodzakelijke waarschuwingsborden en
verlichtingsinstallaties rechtstreeks in de vakhandel
aan te kopen.
Bij het transport op een lang voertuig moet dit
voertuig altijd met waarschuwingsborden, aan
de achterkant met rode reflectoren, zijdelings
aangebrachte gele reflectoren en altijd met een
verlichtingsinrichting rijden, ook overdag.
Technische veranderingen voorbehouden
11.2003
31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Eco-line 250Eco 300Eco-line 300Eco 400Eco-line 400

Inhoudsopgave