8.2
Waterzijdig aansluiten
OPMERKINGEN
►
►
►
►
►
Zie §5.7 voor aansluitingen.
► Spoel het toestel en de installatie goed door.
L01 Warm systeemwater vanaf buitenunit:
► Monteer de leiding warm systeemwater vanaf de buitenunit,
met behulp van een Ø28 mm knelaansluiting aan het toestel
(aansluiting 1).
► Monteer in deze leiding een vul-/aftapkraan.
L02 Warm systeemwater vanaf binnenunit naar CV
circuit:
► Monteer de leiding warm systeemwater vanaf de
binnenunit naar het CV circuit, met behulp van een Ø28 mm
knelaansluiting aan het toestel (aansluiting 2).
► Monteer in deze leiding een overstortventiel.
40
De binnenunit, buitenunit en het
boilervat dienen zo dicht mogelijk bij
elkaar opgesteld te worden.
De leidingafstand tussen de binnenunit
en het boilervat mag maximaal 4 meter
bedragen.
De lengte van het leidingwerk tussen de
binnenunit en de buitenunit is te bepalen
aan de hand van de pompkarakteristiek,
zie §10.3. Mogelijk dient een grotere
leidingdiameter toegepast te worden.
Alle leidingen dienen spanningsloos
gemonteerd te worden om tikken van de
leidingen te voorkomen.
Neem voor berekening van diverse
leidinglengtes contact op met Intergas
Verwarming BV.
Vul/aftapkraan
Warm systeemwater
vanaf buitenunit
(L01)
Overstortventiel
Warm systeemwater
naar CV circuit (L02)
1
2