Indien warmte wordt geleverd via 1 of meerdere back-up heaters zal het sinus
symbool niet continu branden maar langzaam knipperen.
Legionella preventie
Indien de eindtemperatuur bij het opwarmen van het boilervat lager is
ingesteld dan 60°C, dient er wekelijks een legionella preventie run te worden
uitgevoerd. Bij deze opwarming wordt de eindtemperatuur hoger ingesteld
met parameter P109.
Een legionella preventie run kan worden gepland op een vaste tijd op een
vaste dag, zodat de hoge temperatuur van het boilervat nuttig kan worden
ingezet als extra warmtecapaciteit.
Stel de dag van de run in met parameter P106.
Stel het tijdstip in met parameter P107.
De maximale tijdsduur van een run kan ingesteld worden met parameter P110.
Comfort modus
De comfort modus is bedoeld voor maximaal tapwater comfort. Het
boilervat zal contant op een ingestelde temperatuur gehouden worden,
zodat een constante levering van warm tapwater gewaarborgd is. Deze
temperatuur is in te stellen met parameter P111. De maximaal toelaatbare
afwijking van deze temperatuur is in te stellen met parameter P112.
De tijdsduur van een comfort modus run is in te stellen met parameter P113.
Indien er op enig moment water getapt wordt terwijl een nieuwe opwarmrun
van het boilervat moet starten, zal er pas begonnen worden met deze run op
het moment dat de doorstroming zich weer onder de tapdrempel bevindt.
Zie §10.1.3 voor het activeren van de comfort modus.
ECO modus
Het boilervat zal binnen een ingesteld tijdvak op een ingestelde (lagere)
temperatuur gehouden worden, zodat een zo hoog mogelijk rendement
behaald kan worden. Deze temperatuur is in te stellen met parameter P128.
De maximaal toelaatbare afwijking van deze temperatuur is in te stellen met
parameter P129.
De tijdsduur van een ECO modus run is in te stellen met parameter P113.
Door een zo gunstig mogelijk tijdvak te kiezen kan eventueel ongemak (bijv.
geluidshinder) zoveel mogelijk voorkomen worden.
Buiten het ingestelde tijdvak zal het boilervat niet worden opgewarmd, ook al
is de temperatuur tot onder de toelaatbare afwijking gedaald. Met parameter
P123 kan bovendien het aantal runs binnen een tijdvak worden ingesteld.
Indien er op enig moment water getapt wordt terwijl een nieuwe opwarmrun
van het boilervat moet starten, zal er pas begonnen worden met deze run op
het moment dat de doorstroming zich weer onder de tapdrempel bevindt.
Zie §10.1.3 voor het activeren van de ECO modus.
Indien de tijdsduur van een tapwater run (P110/P113) is verstreken keert het
systeem tijdelijk terug naar CV modus (indien er een CV vraag is). De tijdsduur
van deze interruptie is instelbaar met parameter P114. Daarnaast zal een
tapwater run tijdens een vraag naar warm tapwater onderbroken worden.
5.5.3
Ruimteverwarming (CV)
Het systeem is in bedrijf en levert warm CV-water t.b.v. LT-
ruimteverwarming. De display weergave wordt gekenmerkt door:
► Het tonen van de power LED. [ ]
► Het tonen van de sinus. De warmtepomp is ingeschakeld. [ ]
► Het tonen van het radiator symbool. [ ]
► Het tonen van de "H" (Heating) op het rechterdisplay.
Het systeem is het meest efficiënt indien wordt verwarmd met een zo
laag mogelijke watertemperatuur. Bij een (te) hoge watertemperatuur zal
de ruimtetemperatuur te ver oplopen, waardoor de kamerthermostaat
zal ingrijpen. Daarnaast zal een relatief lage watertemperatuur tijdens
verwarmen na een nachtverlaging (zie §10.1.8) een zo laag mogelijke
overshoot geven.
18
Ruimteverwarming (CV)