Mbps — megabits per seconde — Een miljoen bits per
seconde. Deze eenheid wordt doorgaans gebruikt voor
overdrachtssnelheden voor netwerken en modems.
MB/sec — megabytes per seconde — Een miljoen bytes
per seconde. Deze eenheid wordt doorgaans gebruikt voor
gegevensoverdrachtspecificaties.
MHz — megahertz — Een frequentie-eenheid die gelijk
is aan 1 miljoen cycli per seconde. De snelheden voor
computerprocessors, bussen en interfaces worden vaak in
MHz uitgedrukt.
Mini-PCI — Een standaard voor ingebouwde
randapparatuur waarbij de nadruk wordt gelegd op
communicatie, zoals modems en NIC's. Een mini-PCI-
kaart is een kleine kaart met dezelfde functies als een
standaard PCI-uitbreidingskaart.
modem — Een apparaat waarmee de computer via
analoge telefoonlijnen met andere computers kan
communiceren. Er zijn drie typen modems: extern, als
PC-kaart of ExpressCard, en intern. U gebruikt uw
modem doorgaans om verbinding te maken met het
internet en om te e-mailen.
modulehouder — Een houder die apparaten ondersteunt,
zoals optische stations, een tweede batterij of een Dell
TravelLite™-module.
monitor — Een beeldscherm met een hoge resolutie dat
computergegevens uitvoert.
ms — milliseconde — Een eenheid van tijd die gelijk is
aan een duizendste van een seconde. Toegangstijden van
opslagapparaten worden vaak aangeduid in ms.
muis — Een aanwijsapparaat waarmee u de beweging
regelt van de cursor op het scherm. Normaal gesproken
beweegt u de muis over een hard, vlak oppervlak om de
aanwijzer of cursor op het scherm te verplaatsen.
N
netwerkadapter — Een chip die netwerkmogelijkheden
biedt. Een computer kan een systeemkaart of een PC-
kaart hebben met een netwerkadapter. Een
netwerkadapter wordt ook wel een NIC (network interface
controller [netwerkinterfacecontroller]) genoemd.
NIC — Zie netwerkadapter.
ns — nanoseconde — Een eenheid van tijd die gelijk is
aan een miljardste van een seconde.
NVRAM — nonvolatile random access memory (niet-
vluchtige RAM)— Een type geheugen dat gegevens
opslaat wanneer de computer is uitgeschakeld of zijn
externe stroombron verliest. NVRAM wordt gebruikt voor
het behouden van computerconfiguratie-informatie,
zoals datum, tijd en andere systeeminstellingen.
O
opstartbare cd — Een cd die u kunt gebruiken om de
computer op te starten. Zorg ervoor dat u altijd een
opstartbare cd of diskette beschikbaar hebt voor het geval
de vaste schijf is beschadigd of de computer een virus
heeft. De cd Drivers and Utilities of Stuur- en
hulpprogramma's, ook bekend als de ResourceCD, is een
opstartbare cd.
opstartbare schijf — Een schijf die u kunt gebruiken om
de computer op te starten. Zorg ervoor dat u altijd een
opstartbare cd of diskette beschikbaar hebt voor het geval
de vaste schijf is beschadigd of de computer een virus
heeft.
opstartsequentie — Geeft de volgorde op van de
apparaten waarvan de computer probeert op te starten.
optisch station — Een station dat optische technologie
gebruikt om gegevens van cd's, dvd's of dvd+rw's te lezen
of ernaar te schrijven. Voorbeelden van optische stations
zijn cd-stations, dvd-stations, cd-rw-stations en cd-
rw/dvd-combostations.
P
parallele connector — Een I/O-poort die vaak wordt
gebruikt om een parallelle printer op de computer aan te
sluiten. Deze wordt ook wel een LPT-poort genoemd.
partitie — Een fysieke opslaglocatie op een vaste schijf
die aan een of meer logische opslaglocaties is toegewezen,
ook wel logische stations genoemd. Elke partitie kan
meerdere logische stations bevatten.
181
Termenlijst