De gevoeligheid instellen
U kunt de gevoeligheid selecteren op basis van het omgevingslicht.
Gevoeligheidsinstellingen
4
Automatisch De camera stelt de gevoeligheid automatisch in.
100
200
400
1
Druk op de Menuknop in de opnamefunctie.
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2
Selecteer [Sensitivity]
met de vierwegbesturing (23).
3
Wijzig de gevoeligheid
met de vierwegbesturing (45).
4
Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van opnamen.
78
• Bij een lagere gevoeligheid wordt de opname scherper en bevat deze
minder ruis (vlekken). Bij weinig licht neemt de sluitertijd toe.
• Bij een hogere gevoeligheid is er een relatief korte sluitertijd bij
slechte lichtomstandigheden, zodat bewegingen van de camera
slechts een beperkte invloed op de opnamekwaliteit hebben.
Opnamen kunnen echter wel ruis (vlekken) bevatten.
De gevoeligheid opslaan 1blz.84
MENU
2, 3
1
4
R e c . M o d e
R e c o r d e d P i x e l s
2 3 0 4
Q u a l i t y L e v e l
AWB
W h i t e B a l a n c e
F o c u s i n g A r e a
A E M e t e r i n g
S e n s i t i v i t y
AUTO
MENU
E x i t
d R b c a C
R e c . M o d e
R e c o r d e d P i x e l s
Q u a l i t y L e v e l
W h i t e B a l a n c e
F o c u s i n g A r e a
A E M e t e r i n g
S e n s i t i v i t y
MENU
E x i t
OK
OK
2 3 0 4
AWB
AUTO
OK
OK