De flitsfunctie selecteren
Flitsfuncties
(geen
4
Auto
pictogram)
a
Flash Off
b
Flash On
Auto +
c
Red-eye reduction
Flash On +
d
Red-eye reduction
• Als u de flitser wilt gebruiken, drukt u op de knop f om de flitser uit te
klappen. Wanneer de flitser gesloten is, flitst deze niet (flitser uit).
• De flitser flitst niet (flitser uit) wanneer de Drive-functie is ingesteld op j of
p, of wanneer de scherpstelfunctie is ingesteld op s of r.
• De flitser flitst twee keer: eerst een voorflits, dan de hoofdflits voor de opname.
Bij de rode-ogenreductiefunctie is de tijd tussen de voorflits en de hoofdflits
langer.
• U kunt Automatisch of Automatisch + rode-ogenreductie niet selecteren in
de functie a, b of c.
• Gebruik de flitser om camerabeweging te voorkomen als a knippert
wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt.
1
Druk in de opnamefunctie op de b knop.
Bij elke druk op de knop verandert de flitsfunctie en verschijnt het betreffende
pictogram op de LCD-monitor.
De camera is gereed om opnamen te maken met de geselecteerde flitsfunctie.
70
Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser
automatisch af.
De flitser gaat niet af, ongeacht de lichtomstandigheden. Deze
functie is geschikt voor het maken van opnamen in de schemering
of in musea enz. waar flitsfotografie verbonden is.
De flitser gaat altijd af, ongeacht de lichtomstandigheden.
Deze functie zorgt voor vermindering van het rode-ogeneffect dat
optreedt doordat het flitslicht wordt weerkaatst door de ogen van
het onderwerp. De flitser gaat automatisch af.
Deze functie zorgt voor vermindering van het rode-ogeneffect dat
optreedt doordat het flitslicht wordt weerkaatst door de ogen van
het onderwerp.
De flitser gaat af, ongeacht de lichtomstandigheden.
De flitsfunctie opslaan 1blz.84
1
d R b c a