PENDEL Toets
SLAAP Toets
TIMER Toetsen
TIMER Toets AAN
TIMER Toets UIT
Met deze toets wordt de pendelfunctie van de luchtuitstroom-lamellen
ingesteld. Dit maakt een rechtstreeks omschakelen mogelijk tussen een
ingestelde positie en de pendelfunctie. Met de pendelfunctie wordt de
luchtverdeling in de kamer verbeterd.
PENDEL
Met deze toets wordt een programmering ingeschakeld, waarmee de
doeltemperatuur in de koelmodus na één uur met 1 °C en na 2 uur met
2 °C stijgt. In de verwarmingsmodus wordt de insteltemperatuur na één
een uur met 1 °C en na 2 uur met 2 °C verlaagd. Het apparaat wordt na
8 uur automatisch uitgeschakeld.
SLAAP
Met deze toetsen kan een in- resp. uitschakeltijd geprogrammeerd
worden. Door indrukken van de toetsen TIMER-AAN resp. TIMER-
tUIT, wordt de timer geactiveerd en verdwijnt de klokaanduiding. Het
timersymbool voor de in- resp. uitschakeltijd knippert. De timerindicatie
van het binnentoestel brandt. Door indrukken van de toetsen UUR
en MIN wordt de gewenste in- of uitschakeltijd ingesteld. Na het
instellen knippert het timersymbool nog ca. 30 seconden. Zodra de
geprogrammeerde tijd wordt bereikt, schakelt het apparaat automatisch
in, resp. uit. Als het apparaat automatisch ingeschakeld wordt, worden de
modus, de temperatuur en de ventilatorsnelheid van de laatste instelling
geactiveerd. Het voortijdig wissen van de in- en uitschakeltijd gebeurt
door het indrukken van de betreffende TIMER-toets of de toets AAN/
UIT. De timerindicatie van de binnenunit gaat uit.
Timer aan
UUR/MIN
Timer uit
UUR/MIN
PENDEL
PENDEL
SLAAP
SLAAP
30 sec.
30 sec.
11