Problemen oplossen > Problemen oplossen
Instellen/Onderhoud
Tintverloop aanpassen
Na langdurig gebruik of door de gevolgen van de omgevingstemperatuur of -vochtigheid, kunnen de afgedrukte
kleurtinten van het origineel verschillen. Voer deze functie uit om samenhang met de originele tinten te garanderen.
OPMERKING
Controleer, om Aanpassen tintverloop uit te voeren, of Letter of A4-papier in de cassette is geladen.
Er worden in totaal 2 patroonpagina's afgedrukt (Nr. 1 en 2) tijdens de aanpassing. De afgedrukte patronen worden
achter elkaar gelezen tijdens de aanpassing.
1
2
Geef het scherm weer.
1
Druk op de [Systeemmenu]-toets.
2
Druk op [ ], [Aanpassing/Onderhoud], [ ] en dan op [Volgende] van "Aanpassen
toonverloop".
Pas het toonverloop aan.
1
Druk op [Start]. Er wordt een patroon afgedrukt.
Controleer of het nummer "1" aan de onderkant van het patroon wordt afgedrukt.
2
Plaats, zoals de afbeelding toont, de afgedrukte zijde neer op de plaat met de rand met de
pijlen naar achteren gericht.
3
Druk op [Start]. Het patroon wordt gelezen en de aanpassing begint.
Het tweede patroon wordt afgegeven.
4
Controleer of het nummer "2" aan de onderkant van het patroon wordt afgedrukt en herhaal
de stappen 2 en 3 om de patronen te lezen.
5
Druk op [OK] op het aanpassings- en bevestigingsscherm.
6-36