Algemeen overzicht
van de machine
1. Bedieningsstang voor
maaimes
2. Bediening zelfaandrijving
3. Regelknop van de
zelfaandrijving
4. Grasvanger
5. Dop van brandstoftank
6. Luchtfilter
Specificaties
Model
Gewicht
32 kg
21770
(70,5 lb.)
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:
Bepaal vanuit de normale
bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de
machine.
Figuur 6
7. Bougie
8. Vulbuis/Peilstok
9. Maaihoogtehendel (4)
10. Handgreepvergrendeling
(2)
11. Handgreep
12. Handgreep van startkoord
Lengte
Breedte
Hoogte
150 cm
58 cm
Voor gebruik
Veiligheid vóór gebruik
Algemene veiligheid
•
Zet de machine altijd af, wacht totdat alle
bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen en laat de machine afkoelen voordat
u de machine afstelt, reinigt, stalt of er
onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
•
Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de
bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en
weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.
•
Controleer of de beschermplaten en
veiligheidsvoorzieningen zoals grasgeleiders
en/of de grasvanger op hun plaats zitten en naar
behoren werken.
•
Controleer de machine altijd om er zeker van te
zijn dat de messen en mesbouten niet versleten
of beschadigd zijn.
•
Controleer het werkgebied en verwijder alle
voorwerpen die het gebruik van de machine
zouden kunnen hinderen of die de machine zou
kunnen uitwerpen.
•
Contact met een bewegend mes veroorzaakt
g356207
ernstig letsel. Steek uw vingers niet onder de
behuizing.
Veilig omgaan met brandstof
•
Brandstof is uiterst ontvlambaar en zeer explosief.
Brand of explosie van brandstof kan brandwonden
bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.
– Om te voorkomen dat een statische lading de
brandstof tot ontbranding kan brengen, moet u
het brandstofreservoir en/of de machine op de
grond plaatsen voordat u de tank vult, niet op
een voertuig of een ander object.
– Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer
de motor koud is. Neem eventueel gemorste
benzine op.
107 cm
– Rook niet als u omgaat met brandstof, en houd
brandstof uit de buurt van open vuur of vonken.
– Als de motor draait of heet is, mag de
brandstoftankdop niet worden verwijderd
en mag de tank niet met brandstof worden
bijgevuld.
– Probeer de motor niet te starten als u
brandstof morst. Zorg ervoor dat er geen
ontstekingsbronnen in de buurt zijn totdat de
brandstofdampen volledig zijn verdwenen.
8