Stalling
Stal de maaimachine op een koele, schone, droge
plaats.
De machine veilig stallen
Zet de machine altijd af, wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen en laat de
machine afkoelen voordat u de machine afstelt,
reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan
verricht.
Voorbereidingen voor
stalling
1.
Voeg de laatste keer in het seizoen dat u
brandstof toevoegt ook een stabilizer (zoals
Toro Premium Fuel Treatment) toe volgens de
voorschriften op het etiket.
2.
U moet ongebruikte brandstof op de juiste wijze
afvoeren. Voer deze brandstof af volgens de
plaatselijk geldende voorschriften of gebruik
deze voor uw auto.
Belangrijk:
Oude brandstof in de tank is de
belangrijkste oorzaak voor startproblemen.
Bewaar brandstof zonder stabilizer niet
langer dan 30 dagen; bewaar brandstof
met stabilizer niet langer dan de periode
die de fabrikant van de brandstofstabilizer
aanbeveelt.
3.
Laat de motor lopen totdat hij afslaat door
gebrek aan brandstof.
4.
Start de motor opnieuw en laat hem lopen totdat
hij afslaat. Als de motor niet meer wil starten, is
de brandstof voldoende verbruikt.
5.
Maak de kabel los van de bougie en bevestig de
kabel aan de steunstang (indien aanwezig).
6.
Verwijder de bougie, giet 30 ml motorolie in
de bougieopening en trek verschillende keren
langzaam aan het startkoord om de olie over de
cilinderwand te verspreiden teneinde corrosie in
de stallingsperiode te voorkomen.
7.
Monteer de bougie zonder deze vast te draaien.
8.
Draai alle moeren, bouten en schroeven goed
aan.
De machine uit de stalling
halen
1.
Controleer alle bevestigingen en draai deze
vast.
2.
Verwijder de bougies en laat de motor snel
draaien door aan de handgreep van het
startkoord te trekken om de overmatige olie uit
de cilinder te verwijderen.
3.
Plaats de bougie en draai hem met behulp van
een momentsleutel vast met een torsie van
20 N·m.
4.
Voer de onderhoudsprocedures uit; zie
bereidingen voor onderhoudswerkzaamheden
(bladz.
17).
5.
Controleer het oliepeil in de motor; zie
motoroliepeil controleren (bladz.
6.
Vul de brandstoftank met verse brandstof; zie
Brandstoftank vullen (bladz.
7.
Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
21
Voor-
Het
9).
9).