Installatie
5.5
Bedrijfsvloeistof bijvullen
Bedrijfsvloeistof bij-
vullen
14
Bij elke draaischuifpomp wordt het type bedrijfsvloeistof en de te vullen hoeveelheid ver-
meld op het typeplaatje van de pomp.
Bij de levering van de standaardpomp is een bedrijfsvloeistofvulling inbegrepen (bijge-
sloten pakket). Andere bedrijfsvloeistoffen kunnen uitsluitend in overleg met Pfeiffer
Vacuum worden gebruikt.
Toegestane bedrijfsvloeistoffen
● P3 (Standaard bedrijfsvloeistof)
● D1 voor speciale toepassingen (zoals bijv. hogere bedrijfstemperaturen)
– Einddruk bij gassoort afhankelijke meting: < 5·10
Uitsluitend toegestane bedrijfsvloeistoffen gebruiken!
Bij het gebruik van bedrijfsvloeistoffen die nooit door Pfeiffer Vacuum zijn toegestaan,
geldt uitsluitend een beperkte garantie. In dit geval kunnen wij niet garanderen dat de
pomp volgens de technische specificaties werkt.
Andere toepassingsspecifieke bedrijfsvloeistoffen mogen uitsluitend na overleg wor-
den gebruikt.
De vulschroef 327 voor de bedrijfsvloeistof uitschroeven.
Bedrijfsvloeistof bijvullen.
– Juist vulniveau tijdens bedrijf: volgens de afbeelding op het kijkglas.
Fig. 8:
Bedrijfsvloeistof bijvullen
De vulschroef 327 voor de bedrijfsvloeistof inschroeven.
Het niveau van de bedrijfsvloeistof bij een draaiende, warme pomp controleren; bo-
vendien
– de vacuümflens en het gasballastventiel sluiten,
– juist vulniveau tijdens bedrijf: tussen de merkstreepjes van het kijkglas,
– Het vulniveau van de bedrijfsvloeistof bij continu bedrijf dagelijks controleren, an-
ders na elke inschakeling. Navullen is tijdens het bedrijf in het eindvacuüm moge-
lijk.
Giftige dampen!
Gevaar voor vergiftiging bij het aansteken en verhitten van synthetische bedrijfsvloei-
stoffen (bijv. F4/F5) hoger dan 300 °C.
Gebruiksvoorschriften naleven.
De bedrijfsvloeistof niet in contact laten komen met tabaksartikelen, voorzorgsmaat-
regelen bij het hanteren van chemicaliën in acht nemen.
-2
hPa
LET OP
WAARSCHUWING
max.
min.