9.6.5
Printplaat en display vervangen
1.
Open de elektronicabox. (→ Pagina 16)
2.
Vervang de printplaat en het display conform de bijgele-
verde montage- en installatiehandleidingen.
3.
Sluit de schakelkast.
4.
Druk op de aan-/uittoets van het product. (→ Pagina 18)
◁
U gaat automatisch naar de instelling van de toeste-
lidentificatie D.093.
5.
Stel volgens de volgende tabel de juiste waarde voor
het betreffende producttype in en bevestig met
Nummer van het producttype
VHR NL 18-24/5‑3
VHR NL 18-24/5‑3 EXP
VHR NL 23-28/5‑3
VHR NL 23-28/5‑3 EXP
VHR NL 28-34/5‑3
◁
De elektronica is nu ingesteld op het producttype
en de parameters van alle diagnosecodes komen
overeen met de fabrieksinstellingen.
6.
Voer de installatiespecifieke instellingen uit.
9.7
Reparatie afsluiten
1.
Breng de stroomvoorziening tot stand.
2.
Schakel het product opnieuw in als dat nog niet ge-
beurd is. (→ Pagina 18)
3.
Monteer de frontmantel.
4.
Open alle onderhoudskranen en de gasafsluitkraan.
5.
Controleer functie en dichtheid. (→ Pagina 22)
10 Inspectie en onderhoud
▶
Neem de minimale inspectie- en onderhoudsintervallen in
acht. Afhankelijk van de resultaten van de inspectie kan
een vroeger onderhoud nodig zijn.
Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden – overzicht
(→ Pagina 38)
10.1
Compacte thermomodule demonteren
Aanwijzing
De bouwgroep compacte thermomodule bestaat
uit vier hoofdcomponenten:
– toerentalgeregelde ventilator,
– gas/luchtmodule,
– gastoevoer (mengbuis) met branderflens,
– voormengbrander.
0020209622_02 ecoTEC classic Installatie- en onderhoudshandleiding
.
9
9
23
23
15
1.
Schakel het product met de aan-/uittoets uit.
2.
Sluit de gasafsluitkraan.
3.
Demonteer de frontmantel.
4.
Klap de schakelkast naar voren.
5.
Draai de klemschroef (2) eruit en haal de luchtaanzuig-
buis (1) van de aanzuigaansluiting.
6.
Schroef ofwel de wartelmoer aan het gasblok (3) of de
wartelmoer (4) tussen de gasbuizen af.
Inspectie en onderhoud 10
Gevaar!
Levensgevaar en kans op materiële
schade door hete verbrandingsgassen!
Afdichting, isolatiemat en zelfborgende moe-
ren aan de branderflens mogen niet bescha-
digd zijn. Anders kunnen hete verbrandings-
gassen lekken en tot verwondingen en mate-
riële schade leiden.
▶
Vervang telkens na het openen van de
branderdeur de afdichting.
▶
Vervang telkens na het openen van de
branderflens de zelfborgende moeren op
de branderflens.
▶
Als de isolatiemat aan de branderflens of
aan de achterkant van de warmtewisse-
laar tekenen van beschadiging vertoont,
vervang dan de isolatiemat.
1
2
3
4
27