Vóór gebruik
Veiligheidsinstructies voorafgaand aan het werk
Algemene veiligheid
• Laat kinderen of personen die geen instructie hebben ontvangen de machine nooit
gebruiken of er onderhoudswerkzaamheden aan verrichten. Plaatselijke voorschriften
kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene die met de machine werkt. De
eigenaar is verantwoordelijk voor de opleiding van alle bestuurders en monteurs.
• Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen,
en weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.
• Zet de machine uit, verwijder het contactsleuteltje (indien aanwezig) en wacht totdat alle
bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie
verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er
onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
• Zorg ervoor dat u weet hoe u de machine snel kunt stoppen en uitschakelen.
• Controleer de aanwezigheid en goede werking van de dodemansinrichtingen,
veiligheidsschakelaars en beveiligingsmiddelen. Gebruik de machine uitsluitend als deze
naar behoren werken.
• Controleer het werkgebied en verwijder alle voorwerpen die de machine zou kunnen
uitwerpen.
Dagelijks onderhoud uitvoeren
Voer elke dag voordat u de machine start de procedures 'Telkens voor gebruik/Dagelijks' in
het onderhoudsschema uit.
De maaisnelheid afstellen
1.
Bepaal de geschikte maaisnelheid met de onderstaande tabel:
Maaisnelheid
Messenkooi-
toerental
Laag
Laag
3460-898 A
Poeliestand
8 messen
Laag
Hoog
Pagina 5–1
Maai-eenheid
11 messen
7,3 mm
6,1 mm
Hoofdstuk 5
Gebruik
14 messen
5,3 mm
4,4 mm
4,2 mm
3,5 mm
Gebruik