NAAIEN
Naaien
Naast iedere steek of naaitechniek die in dit gedeelte van de
handleiding worden beschreven, staat een overzicht van de
aanbevolen instellingen en naaivoet. Rechts ziet u een
voorbeeld van het overzicht.
Let op: In sommige stoffen zit nog veel overtollige verf,
waardoor ze kunnen afgeven op andere stoffen, maar ook op
uw naaimachine. De afgegeven kleur kan zeer moeilijk of zelfs
helemaal niet te verwijderen zijn. Fleece en denim geven vaak
sterk af, vooral rood en blauw. Als u denkt dat uw stof/kant en
klare kledingstukken af kunnen geven, was ze dan altijd eerst
voordat u ze gaat naaien om te voorkomen dat ze afgeven.
Let op: Gebruik voor de beste naairesultaten hetzelfde garen
als boven- en onderdraad. Gebruik gewoon naaigaren op de
spoel als u met speciaal/decoratief garen naait.
Beginnen met naaien - Rechte steek
Stel uw machine in op een rechte steek (zie het overzicht
rechts).
Breng de naaivoet omhoog en leg de stof eronder, naast een
van de naadgeleiders op de steekplaat. Op het spoelhuisdeksel
staat een naadgeleider van 6 mm.
Leg de bovendraad onder de naaivoet.
Breng de naald omlaag op het punt waarop u wilt beginnen.
Trek de draden naar achteren en breng de naaivoet omlaag.
Druk het voetpedaal in. Geleid de stof voorzichtig langs de
naadgeleider en laat de machine de stof transporteren (A). Als
de onderdraad niet omhoog wordt getrokken, gebeurt dat
automatisch wanneer u begint te naaien.
Om het begin van een naad te bevestigen, houdt u de
achteruitnaaitoets ingedrukt. Naai enkele steken achteruit. Laat
de achteruitnaaitoets los en de machine naait weer vooruit (B).
Naaldpositie veranderen
Sommige steken gaan gemakkelijker als u de naaldpositie
verandert, zoals het doorstikken van een kraag of het inzetten
van een rits. De naaldpositie wordt aangepast met de
steekbreedtetoets (zie pagina 17).
Naairichting veranderen
Om de naairichting te veranderen, stopt u de machine. Druk op
de Naaldstoptoets om de positie Naald omlaag te activeren. De
naald wordt omlaag gebracht in de stof.
Breng de naaivoet omhoog.
Draai de stof om de naald heen om de naairichting naar wens
te veranderen. Breng de naaivoet omlaag en naai verder in de
nieuwe richting.
18 – Naaien
Nederlands
A
B
A. Steek
B. Naaivoet
C. Steekbreedte in mm
D. Steeklengte in mm
E. Draadspanning
Ingesteld op rechte steek
A
3.5
2.5
3-5
C
D
E
3.5
2.0–4.0
3–5
B