Handset instellen
Tijdinstelling ¤
§OK§
U kunt een periode invoeren
waarbinnen uw toestel niet moet
overgaan, bijvoorbeeld 's nachts.
q Inschakelen met
uitschakelen (³= ingeschakeld).
q Instellingen ¤
Begintijd: /Eindtijd:
Tijd met 4-tekens invoeren en
indrukken.
Anonieme opr. uit ¤
U kunt uw handset zo instellen
dat hij bij oproepen zonder
NummerWeergave niet overgaat
(niet antwoordapparaat). De
oproep wordt alleen op het dis-
play gesignaleerd.
Functie Anonieme opr. uit met
§OK§
in- of uitschakelen (³= inge-
schakeld).
Belsignaal uit-/inschakelen
U kunt
u in de ruststand of bij een oproep
vóór het opnemen het belsig-
naal permanent uitschakelen.
u alleen voor de huidige oproep het
belsignaal uitschakelen.
Het is niet mogelijk om het belsig-
naal weer in te schakelen tijdens een
oproep.
Belsignaal permanent
uitschakelen
P
Sterretje-toets lang
indrukken.
In het display verschijnt het sym-
bool Ú .
66
§OK§
in- of
§OK§
§OK§
§OK§
Belsignaal weer inschakelen
P
Sterretje-toets lang
indrukken.
Belsignaal voor de huidige oproep
uitschakelen
§Stil§
Displaytoets indrukken.
Attentie-/
waarschuwingssignalen
De handset maakt u door middel
van een akoestisch signaal op ver-
schillende activiteiten en situaties
attent. De volgende signalen kunt u
onafhankelijk van elkaar in- of uit-
schakelen:
u Attentietonen
– Toetssignaal: elke druk op een
toets wordt bevestigd.
– Bevestigingssignaal
(oplopende reeks tonen): aan
het einde van de gegevensin-
voer/instelling, bij het plaatsen
van de handset in het basissta-
tion en bij het binnenkomen
een nieuwe vermelding in de
antwoordapparaatlijst of de
bellerslijst.
– Foutsignaal (aflopende reeks
tonen): bij onjuiste invoer.
– Menu-eindsignaal: wanneer u
het einde van een menu heeft
bereikt.
u Batt. bijna leeg
De batterij moet worden geladen.
Het bevestigingssignaal dat klinkt
als u de handset in het basisstation
plaatst, kan niet worden uitgescha-
keld.