Nederlands
LD-G-5
Snelheidskromme
Door het instellen van de vertrek- en de maximumsnelheid kan de
decoder worden aangepast aan de individuele rijeigenschappen van de
motor en de karakteristieke rijsnelheid van het loctype. Uit de vertrek-
en maximumsnelheid bepaalt de decoder een lineaire snelheidskromme.
Door de instelling van de optreksnelheid wordt de motorspanning
vastgelegd, die de loc bij de keuze van rijstap 1 tijdens het bedrijf
heeft. Normaal gesproken wordt de motorspanning dusdanig gekozen
dat de loc in rijstap 1 net optrekt.
Door de instelling van de maximum snelheid wordt de motorspanning
vastgelegd, die de loc bij de keuze van rijstap 14, 28 resp. 128 tijdens
het bedrijf heeft. Normaal gesproken wordt de motorspanning dusdanig
gekozen, dat de loc bij de hoogste rijstap de voor dat type
overeenkomstige maximumsnelheid bereikt.
Wanneer de rijstappenmode is ingesteld op 28 rijstappen, kan aan de
lineaire snelheidskromme aan elk van de 28 rijstappen een willekeurige
motorspanning worden toegewezen. Dit maakt het mogelijk een aan
de
motor aangepaste snelheidskromme te creëren. De ingestelde
waarden worden in de alternatieve snelheidskromme opgeslagen.
Rangeerstand
Door het overeenkomstig programmeren kan in de 14 resp. 28
rijstappenmode via een functietoets naar de rangeermode worden
overgeschakeld. In de rangeermode wordt de snelheid van alle
rijstappen tot ca. 50% ten opzichte van de ingestelde snelheid
gereduceerd.
Optrek- en remsnelheid
De optrek- en remsnelheid zijn gescheiden van elkaar via de centrale te
programmeren.
Pagina 70