Voor gebruik van de handmatige modus, zie blad-
zijde 18. Voor gebruik van een aanbevolen training,
zie bladzijde 20. Voor het maken van een teken-uw-
eigen-kaart-training, zie bladzijde 22. Voor gebruik
van een iFIT-training, zie bladzijde 23. Voor het wijzi-
gen van bedieningspaneelinstellingen, zie bladzijde
25. Voor het verbinden met een draadloos netwerk,
zie bladzijde 26.
Let op: Als er een velletje plastic op het scherm zit,
moet u dat verwijderen.
DE HANDMATIGE MODUS GEBRUIKEN
1. Druk op het scherm of een toets op het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel in
te schakelen.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL INSCHAKELEN op
bladzijde 17. Let op: Het kan even duren voordat
het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
2. Het startscherm selecteren.
Als u het bedieningspaneel aanzet, wordt het start-
scherm op het scherm weergegeven, nadat het
bedieningspaneel is opgestart.
Als u in een training bent, drukt u op het scherm en
volgt u de aanwijzingen om de training te beëin-
digen en om terug te keren naar het startscherm.
Als u in de instellingenmenu's bent, drukt u op de
terugtoets (pijlsymbool) om terug te keren naar het
startscherm.
3. Verander de weerstand van de pedalen.
Druk op Manual Start (handmatige start) en begin
te fietsen.
Om de weerstand van de pedalen te verande-
ren, drukt u op de toenametoets en afnametoets
Resistance (weerstand) op het bedieningspaneel
of raakt u de weerstandsschuifregelaars op het
scherm aan.
Als u een toets hebt ingedrukt, duurt het even voor-
dat de pedalen het geselecteerde weerstandsniveau
bereiken.
Let op: Om de weerstandsschuifregelaars op het
scherm te zien, drukt u op het scherm op een open
plek en drukt u op de bedieningsopties om deze
functie in te schakelen.
4. Uw voortgang bijhouden.
Het bedieningspaneel biedt verschillende weergave-
modi. Welke trainingsinformatie wordt weergegeven,
is afhankelijk van de weergavemodus die u kiest.
Sleep omhoog over het scherm om de weergave-
modus volledig scherm te openen. Sleep omlaag
over het scherm om de trainingsinformatie-displays
te bekijken.
Druk op de verschillende trainingsinformatie-
displays om meer opties te bekijken. Druk op de
meer-toets (symbool +) om statistieken of overzich-
ten te zien. Druk op een open plek op het scherm
om nog meer opties voor de weergavemodus te
bekijken.
Druk desgewenst
op de toenametoets
en afnametoets
Volume op het bedie-
ningspaneel om het
volumeniveau te
wijzigen.
Druk op het scherm en druk op de pauzeoptie, of
stop eenvoudigweg met fietsen om de training te
pauzeren. Druk op de startoptie of begin eenvou-
digweg weer te fietsen om verder te gaan met uw
training.
Als u de trainingssessie wilt beëindigen, drukt u op
het scherm, drukt u op de pauzeoptie en volgt u
vervolgens de aanwijzingen op het scherm om de
training te beëindigen en terug te keren naar het
startscherm.
5. Draag indien gewenst een compatibele
hartslagmonitor en meet uw hartslag.
U kunt een compatibele hartslagmonitor dragen
om uw hartslag te meten. Let op: Het bedie-
ningspaneel ondersteunt alle Bluetooth
hartslagmonitoren.
Een compatibele hartslagmonitor is bij sommige
modellen meegeleverd. Als een hartslagmonitor
is meegeleverd, zie DE HARTSLAGMONITOR in
deze handleiding om te weten te komen hoe u hem
moet gebruiken.
Als er bij dit model geen compatibele hartslag-
monitor is meegeleverd, zie bladzijde 19 voor
informatie over hoe u deze kunt bestellen.
Het bedieningspaneel zal automatisch verbinding
maken met uw compatibele hartslagmonitor. Uw
hartslag wordt weergegeven wanneer uw hartslag
wordt gedetecteerd.
18
Smart
®