MENU 5.4 - IN-/UITGANGEN SOFTWARE
Hier kunt u selecteren op welke in-/uitgang op de in-
gangskaart (AA3) de externe schakelfunctie
moet worden aangesloten.
Selecteerbare ingangen op klemmenstrook AUX 1-5
(AA3-X6:9-18) en uitgang AA3-X7 op de ingangskaart.
MENU 5.5 - SERVICE FABRIEKINSTELLING
Alle instellingen kunnen hier worden gereset (inclusief
instellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker) naar
standaardwaarden.
Ook kunnen hier nieuwe parameters worden vastgesteld
voor de inverter.
Voorzichtig!
Bij het resetten wordt bij de volgende start van
de warmtepomp de startgids weergegeven.
MENU 5.6 - GEFORCEERDE REGELING
U kunt hier de verschillende componenten in de warm-
tepomp en eventueel aangesloten accessoires regelen.
De belangrijkste veiligheidsfuncties blijven echter actief.
MENU 5.7 - STARTGIDS
Wanneer de warmtepomp voor de eerste keer wordt
gestart, opent de startgids ook automatisch. Hier kunt
u deze handmatig starten.
Zie
pagina 35
voor meer informatie over de startgids.
MENU 5.8 - SNELSTART
Van hieruit is het mogelijk om de compressor te starten.
LET OP!
Er moet een warmtevraag of een warmtapwa-
tervraag zijn om de compressor te starten.
LET OP!
U kunt de compressor beter niet te vaak snel-
starten gedurende een kort periode, want
hierdoor kunnen de compressor en zijn neven-
apparatuur beschadigen.
NIBE F750
MENU 5.9 - VLOERDROOGFUNCTIE
duur periode 1 – 7
(pagina
31)
Instelbereik: 0 – 30 dagen
Fabrieksinstelling, periode 1 – 3, 5 – 7: 2 dagen
Fabrieksinstelling, periode 4: 3 dagen
temp. periode 1 – 7
Instelbereik: 15 – 70 °C
Standaardwaarde:
temp. periode 1
temp. periode 2
temp. periode 3
temp. periode 4
temp. periode 5
temp. periode 6
temp. periode 7
Stel hier de functie drogen ondervloer in.
U kunt maximaal zeven tijdsperioden instellen met ver-
schillende, berekende aanvoertemperaturen. Als er
minder dan zeven perioden worden gebruikt, moeten
de resterende tijdsperioden worden ingesteld op 0 da-
gen.
Vink het actieve venster aan om de functie vloerdrogen
te activeren. Een teller onderin toont het aantal dagen
dat de functie actief is geweest.
TIP
Als bedrijfsstand "add. heat only" moet worden
gebruikt, kiest u dit in menu 4.2.
TIP
Het is mogelijk om een logging op te slaan van
het drogen van een vloer die laat zien wanneer
de betonplaat de juiste temperatuur heeft be-
reikt. Zie paragraaf
vloer" op pagina 56.
MENU 5.10 - LOG MET WIJZIGINGEN
Hier kunt u eerdere wijzigingen in het regelsysteem af-
lezen.
Datum, tijd en ID-nr. (uniek voor bepaalde instellingen)
en de nieuwe ingestelde waarde worden aangegeven
voor iedere wijziging.
Voorzichtig!
Het log met wijzigingen wordt opgeslagen bij
herstarten en blijft ongewijzigd na fabrieksin-
stelling.
"Loggen van drogen van
Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's
20 °C
30 °C
40 °C
45 °C
40 °C
30 °C
20 °C
51