INBEDRIJFSTELLING ZONDER VENTILATOR
Bedrijf van de warmtepomp zonder terugwinning is
mogelijk. De module werkt dan alleen als elektrische
ketel en kan warmte en warmtapwater produceren, bijv.
in afwachting van installatie van de ventilatie.
Open menu 4.2 - "bedrijfsstand" en selecteer "add. heat
only"
Open menu 5.1.5 - "ventilatorsnelheid uitlaatlucht" en
verlaag de ventilatorsnelheid naar 0%.
Voorzichtig!
Selecteer bedrijfsstand "auto" of "handmatig"
wanneer de warmtepomp weer op terugwin-
ning moet draaien.
NIBE F750
POMPSNELHEID INSTELLEN
Voor het realiseren van de juiste doorstroming in het
afgiftesysteem moet de juiste snelheid worden ingesteld
voor beide circulatiepompen van het verwarmingssys-
teem.
Circulatiepomp verwarmingssysteem(GP1)
De circulatiepomp van het verwarmingssysteem (GP1)
kan automatisch worden aangestuurd, maar als er een
handmatige snelheid nodig is, moet "auto" worden gede-
activeerd in menu 5.1.11.
De doorstroominstelling voor de pomp wordt geregeld
in menu 5.1.14.
Circulatiepomp verwarmingssysteem 2 (GP6)
De snelheid van de circulatiepomp van het afgiftesys-
teem 2 (GP6) wordt handmatig ingesteld met de scha-
kelaar (GP6-SF4) om het geplande debiet voor het ge-
bouw te krijgen. Druk op de schakelaar om de snelheid
te wijzigen. Scroll tussen de diverse snelheden door
meerdere keren de schakelaar in te drukken.
LED´s
De circulatiepomp is voorzien van drie LED's die de
pompsnelheid aangeven en drie LED's die de bedrijfs-
stand aangeven.
In de normale stand zijn twee LED's groen; een voor de
bedrijfsstand en een voor de snelheid.
Snelheid
Bedrijfsstand
Constante curve
Voorzichtig!
De circulatiepompen in F750 zijn van invloed
op elkaar. Selecteer daarom de bedrijfsstand
constante curve.
Vergelijk de verwarmingsplanning met de beschikbare
capaciteit voor de circulatiepomp van het afgiftesysteem
2 en stel de laagst mogelijke pompsnelheid in.
Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling
GP6-SF4
37