ONTLUCHTEN VAN HET KLIMAATSYSTEEM
1.
Zet de schakelaar (SF1) in stand
seconden.
2.
Schakel de voeding naar de warmtepomp uit.
3.
Ontlucht de warmtepomp via de ontluchters (QM20),
(QM22), (QM23), (QM24) en de rest van het afgifte-
systeem via de desbetreffende ontluchters.
4.
Blijf vullen en ontluchten totdat alle lucht is verwij-
derd en de druk klopt.
Voorzichtig!
De ontluchtingsslangen van de tank moeten
worden afgetapt, voordat kan worden ontlucht.
Dit betekent dat het systeem ondanks de wa-
terstroom bij het openen van de ontluchters
(QM20), (QM22), (QM23), (QM24) niet noodza-
kelijkerwijs is ontlucht.
F750, koper
QM10
QM11
FL2
N
QM23
QM20
F750, roestvrij staal
QM10
QM11
FL2
QM13
QM23
QM20
NIBE F750
en wacht ca. 30
QM24
FL1
SF1
F750
FC1
BP5
QM22
WM1
LEK
QM24
FL1
SF1
F750
FC1
BP5
QM22
WM1
LEK
Inbedrijfstelling en
inspectie
PAS OP!
Start de warmtepomp niet als het gevaar be-
staat dat het water in het systeem bevroren
is.
STARTGIDS
Voorzichtig!
Er moet water in het afgiftesysteem zitten
voordat de schakelaar wordt ingesteld op " ".
1.
Zet installatieautomaat (SF1) op de F750 op stand
"".
Volg de instructies in de startgids van het display.
2.
Als de startgids niet start als u de F750, opstart,
start u deze handmatig in menu 5.7.
TIP
Zie
pagina 40
voor een nadere introductie van
het regelsysteem van de warmtepomp (bedie-
ning, menu's enz.).
Als het gebouw koud is wanneer de F750 start, is het
mogelijk dat de compressor niet kan voldoen aan de
volledige vraag zonder daarvoor bijverwarming te gebrui-
ken.
Inbedrijfstelling
De eerste keer dat de warmtepomp wordt gestart, wordt
de startgids gestart. In de instructies van de startgids
wordt aangegeven wat er moet gebeuren tijdens de
eerste start en wordt er een overzicht gegeven van de
basisinstellingen van de warmtepomp.
De startgids zorgt ervoor dat het opstarten juist wordt
uitgevoerd en niet wordt overgeslagen. De startgids kan
later worden gestart in het menu 5.7.
LET OP!
Zolang als de startgids actief is, wordt geen
enkele functie van de installatie automatisch
gestart.
De gids wordt bij elke herstart van de installatie
weergegeven totdat dit op de laatste pagina
wordt uitgevinkt.
Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling
35