LAGE WARMTAPWATERTEMPERATUUR OF
GEBREK AAN WARMTAPWATER
• Gesloten of gesmoorde vulklep (QM10) van de boiler.
– Open de afsluiter.
• Mengklep (als er één geïnstalleerd is) te laag ingesteld.
– Stel de mengklep af.
• Warmtepomp in onjuiste bedrijfsmodus.
– Open menu 4.2. Als stand "auto" is geselecteerd,
selecteert u een hogere waarde voor "stop bijverwar-
ming" in menu 4.9.2.
– Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selec-
teert u "addition".
• Groot warmtapwaterverbruik.
– Wacht totdat het warmtapwater is verwarmd. U
kunt een tijdelijk vergrote warmtapwatercapaciteit
(tijdelijk in luxe) activeren in menu 2.1.
• Te lage warmtapwaterinstelling.
– Open menu 2.2 en selecteer een hogere comfort-
modus.
• Te lage of niet werkende priorisering van warmtapwa-
ter.
– Open menu 4.9.1 en verhoog de tijd waarop het
warmtapwater prioriteit moet krijgen. Let op: als de
periode voor warmtapwater wordt verhoogd, wordt
de tijd voor warmteproductie verlaagd, waardoor
lagere/ongelijke kamertemperaturen kunnen ont-
staan.
LAGE KAMERTEMPERATUUR
• Gesloten thermostaten in meerdere kamers.
– Raadpleeg het hoofdstuk "Bespaartip" in de Gebrui-
kershandleiding voor nadere informatie over hoe u
de thermostaten het best kunt instellen.
• Warmtepomp in onjuiste bedrijfsmodus.
– Open menu 4.2. Als stand "auto" is geselecteerd,
selecteert u een hogere waarde voor "stop verwar-
ming" in menu 4.9.2.
– Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selec-
teert u "heating". Indien dit niet genoeg is, selecteert
u "addition".
• Te lage instelwaarde op de automatische verwarmings-
regeling.
– Open menu 1.1 "temperatuur" en verhoog de ver-
schuiving van de stooklijn. Indien de kamertempera-
tuur alleen laag is bij koud weer, moet de helling van
de stooklijn in menu 1.9.1 "stooklijn naar boven toe
worden bijgesteld.
58
Hoofdstuk 10 | Storingen in comfort
• Te lage of niet werkende priorisering van warmte.
– Open menu 4.9.1 en verhoog de tijd waarop de
verwarming prioriteit moet krijgen. Let op: als de
periode voor verwarming wordt verhoogd, wordt de
tijd voor warmtapwaterproductie verlaagd, waardoor
de hoeveelheid warmtapwater kleiner kan worden.
• "comfortstand" "luxe" geselecteerd in combinatie met
een grote warmtapwateruitlaat.
– Open menu 2.2 en selecteer "zuinig" of "normaal".
• "Vakantiemodus" geactiveerd in menu 4.7.
– Open menu 4.7 en selecteer "Uit".
• Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveer-
de kamerverwarming.
– Controleer alle externe schakelaars.
• De circulatiepomp(en) (GP1 en/of GP6) zijn gestopt.
• Lucht in het verwarmingssysteem.
– Ontlucht het verwarmingssysteem (zie
• Gesloten klep (QM31) naar het afgiftesysteem.
– Open de afsluiter.
• Onjuiste waarde ingesteld in menu 5.1.12.
– Open menu 5.1.12 en verhoog de waarde van "max.
elektrische bijv. inst.".
• Onjuiste instelwaarde in menu 5.1.13.
– Open menu 5.1.13 en verhoog indien mogelijk de
waarde van "max geïnstalleerd verm. (alleen deze
machine)".
HOGE KAMERTEMPERATUUR
• Te hoge instelwaarde op de automatische verwar-
mingsregeling.
– Open menu 1.1 (temperatuur) en beperk de verschui-
ving van de stooklijn. Indien de kamertemperatuur
alleen hoog is bij koud weer, moet de helling van de
stooklijn in menu 1.9.1 "stooklijn naar beneden toe
worden afgesteld.
• Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveer-
de kamerverwarming.
– Controleer alle externe schakelaars.
LAGE SYSTEEMDRUK
• Niet genoeg water in het verwarmingssysteem.
– Vul het water in het verwarmingssysteem bij (zie
pagina
34).
GERINGE OF GEEN VENTILATIE
• Filter (HQ10) geblokkeerd.
– Reinig of vervang het filter.
• De ventilatie is niet ingeregeld.
pagina
35).
NIBE F750