Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting Van Elektronisch Geregelde Circulatiepompen - Weishaupt WPM 5.0M Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

8. De additionele circulatiepomp (M16) wordt op de
klemmen van X1.3/8 aangesloten.
9. De sanitair-water-oplaadpomp (M18) wordt op de
klemmen van X1.3/7 aangesloten.
10. Voor het bedrijf van de warmtepomp is een aanvraag-
voeler (R2.2) nodig. Deze wordt op de klemmen
X1.5/21 en op X1.5/GND aangesloten.
11. De buitenvoeler (R1) wordt aan de klemmen X1.5/20
en X1.5/GND vastgeklemd.
12. De warmwatervoeler (R3) moet in de waterverwarmer
ingebouwd en aan de klemmen X1.5/22 en X1.5/
GND vastgeklemd worden.
OPGELET
De communicatiekabel is nodig voor het functioneren van
in de buitenlucht opgestelde lucht/water-warmtepompen.
Hij moet afgeschermd zijn en moet gescheiden van de
voedingskabels gelegd worden. Hij wordt op de
klemmenstrook X1.5 aangesloten. Voor meer informatie
zie elektrische documentatie.
OPMERKING
Bij het gebruik van draaistroompompen kan met het
230 V-uitgangssignaal van de warmtepompmanager een
contactor aangestuurd worden.
Voelerleidingen kunnen met 2 x 0,75 mm-leidingen tot
50 m verlengd worden.
4.2

Aansluiting van elektronisch geregelde circulatiepompen

Elektronisch geregelde circulatiepompen hebben hoge
aanloopstromen die soms de levensduur van de warmte-
pompmanager kunnen verkorten. Om deze reden is tus-
sen de uitgang van de warmtepompmanager en de elek-
tronisch geregelde circulatiepomp een koppelrelais
geïnstalleerd of dient dit nog te gebeuren. Dit is niet nodig
wanneer de toegelaten bedrijfsstroom van 2 A en een
maximale aanloopstroom van 12 A van de elektronisch
geregelde circulatiepomp niet overschreden wordt, of
wanneer een uitdrukkelijke vrijstelling werd gegeven door
de fabrikant van de pomp.
OPGELET
Het is niet toegestaan via een relaisuitgang meer dan een
elektronisch geregelde circulatiepomp te schakelen.
452115.66.30 · 04/2015 · Rei
Installatievoorschriften voor de installateur
WPM 5.0M
4 Elektrische aansluitingswerkzaamheden warmtepomp
7
.DEHOJRRW
.0.0.0
.DEHOJRRW
;
;
;
;
Afb. 4.1:
Aan de wand gemonteerde warmtepompmanager verwarmen
N1 Regeleenheid
T1
Veiligheidstransformator 230 / 24 V AC
X1
Klemmenstrook
KM13Koppelrelais M13
KM16Koppelrelais M16
KM18Koppelrelais M18
OPMERKING
De gedetailleerde aansluitschema's bevinden zich in de
bijlage, Hoofdst. 2.
OPMERKING
Tussen WPM 5.0M en warmtepomp moet een
communicatiekabel worden gelegd.
5
1
;
;

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave