83247607 • 1/2016-10 • La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Gascondensatieketel WTC 15 ... 32-A
6 Bediening
6.8 Circulatiepomp
Verwarmingsmodus
De pomp wordt aangestuurd zolang er een warmtevraag is. Al er geen warmtevraag
meer nodig is, loopt de pomp gedurende de in parameter 41 ingestelde nalooptijd
(NLZ) verder.
Indien nodig kan met parameter 40 een continue werking van de pomp ingesteld
worden.
Bij de toerentalgeregelde pomp wordt het pompvermogen aan het gevraagde bran-
dervermogen aangepast. Als de brander uitgeschakeld is, werkt de pomp met mini-
maal vermogen.
▶
Modulatiegrenzen voor pomp via parameter 42 en 43 instellen.
Pompsturingslogica
Zonder afstandsbedieningseenheid (bijv. WCM-FS of WCM-EM)
Bedrijfsmodus
Regelingsvariante
Instelling P 40
Werking van de pomp
Bedrijfsmodus
Regelingsvariante
Instelling P 40
Werking van de pomp
Functie in verlaagde werking. In normale werking loopt de pomp onafhankelijk van
(1
P 40 in continue werking.
Warmwatermodus
▶
Pompvermogen via parameter 45 instellen.
De pompnalooptijd na warmwaterlading bedraagt 3 minuten (niet verstelbaar)
59-118
Stand-by/zomer
Met buitenvoeler
1
0
NLZ, uit
NLZ, uit
Winter
Met buitenvoeler
1
0
Continu
NLZ, uit
(1
Zonder buitenvoeler
1
0
Continu
NLZ, uit
Zonder buitenvoeler
1
0
Continu
Continu