83247607 • 1/2016-10 • La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Gascondensatieketel WTC 15 ... 32-A
3 Productbeschrijving
3.4.5 Verbrandingsregeling (SCOT®-systeem)
De ketel is met een elektronische verbrandingsregeling uitgerust.
De verbrandingsregeling gebeurt via de ionisatie-elektrode. Afhankelijk van de ge-
meten ionisatiestroom wordt de gashoeveelheid ten opzichte van de aanwezige
luchthoeveelheid gereguleerd.
Als de luchtovermaat daalt, stijgt de verbrandingstemperatuur en bijgevolg de ioni-
satiestroom. De maximale ionisatiestroom (I
0 % (λ=1,0) op.
Via de kalibratie wordt regelmatig de maximale ionisatiestroom (I
Vanuit deze maximale waarde wordt een luchtovermaat berekend. De gewenste
waarde voor de ionisatiestroom (I
van ca. 5,5 % (λ=1,35) over het volledige modulatiebereik ontstaat.
I
o max
I
o soll
1 Luchtfactor (λ)
2 Ionisatiestroom
3 Regelbereik
Kalibratie
Kalibraties worden doorgevoerd:
▪
na dynamisch opgegeven werkingsuren;
▪
na dynamisch opgegeven branderstarts;
▪
na spanningsonderbreking;
▪
na het optreden van bepaalde fouten (bijv. F21 , W22 , enz.).
Een kalibratie kan ook manueel via parameter 39 doorgevoerd worden.
Een manuele kalibratie via parameter 39 is absoluut noodzakelijk bij de vervanging
van volgende onderdelen:
▪
Ionisatie-elektrode
▪
Branderoppervlak
▪
Printplaat WCM-CPU
▪
Gascombiventiel
Bij een kalibratie stijgt het CO-gehalte op korte termijn (ca. 2 s) boven 1000 ppm.
18-118
) treedt bij een luchtovermaat van
o max
) wordt zodanig ingesteld dat een O
o soll
=1,0
1,35
) berekend.
o max
-gehalte
2