GESLOTEN (CLS)
OPEN (OPN)
VOOROPENING (PRE)
Door middel van de vooropening van de afvoerklep
is het mogelijk in te stellen hoeveel tijd vóór het
einde van de kookcyclus de klep geopend zal
worden.
Stel de gewenste waarde in door de toets "M" te
draaien en bevestig.
Op het display D3 verschijnt het label "H" van de
snelheid van de ventilatoren, standaard ingesteld
op hoog. Draai "M" om de waarde van hoog naar
laag te wijzigen en bevestig.
Bij het drukken op de toets T13 wordt de
voorverwarming
van
temperatuur waarop de oven wordt voorverwarmd
is 20°C hoger ten opzichte van de ingestelde
kooktemperatuur.
Het bereiken van de temperatuur wordt door de
oven gemeld met een geluidssignaal.
Plaats de voedingsmiddelen in de oven en sluit de
deur; de oven start de kookcyclus. Druk anders op
de toets T13.
Wanneer het niet nodig is om de oven voor te
verwarmen, druk dan na de instelling van het
programma twee keer, in plaats van één keer, op de
toets T13.
Indien na het instellen van de kooktemperatuur de
resterende
in
te
stellen
standaardwaarde moeten hebben, druk dan direct
op de toets T13; de oven start de kookcyclus.
KOKEN MET SONDE
Druk, nadat de oven is ingeschakeld, op de toets T1,
kies de gewenste kookmethode door druk op de
betreffende toets (T2-T3-T4).
Op het display D1 knipperen afwisselend de leds L1
en L2.
Door te drukken op de toets T6 wordt de
kooktemperatuur
ingesteld,
afhankelijk van de ingestelde kookmethode.
Op het display D2 verschijnt het label "t"; draai de
knop "M" en stel in op label "PRB" voor het
instellen van het kookproces met de kernsonde.
Op het display D2 verschijnt de waarde 30°C om de
gewenste te bereiken kerntemperatuur van het
product aan te geven. Draai "M" en stel de
gewenste waarde in. Druk op "M" om te
bevestigen.
de
oven
gestart.
De
parameters
een
die
variabel
is
Op het display D2 verschijnt de waarde 0 met
betrekking tot de vochtigheid vereist voor het
kookproces. Stel de vereiste waarde in door de
toets "M" te draaien en bevestig.
Op het display D2 verschijnt het label "CLS" met
betrekking tot de afvoerklep.
Er zijn 2 parameters voor de instelling van de
afvoerklep:
GESLOTEN (CLS)
OPEN (OPN)
Stel de gewenste waarde in door de toets "M" te
draaien en bevestig.
Op het display D3 verschijnt het label "H" van de
snelheid van de ventilatoren, standaard ingesteld
op hoog. Draai "M" om de waarde van hoog naar
laag te wijzigen en bevestig.
Bij het drukken op de toets T13 wordt de
voorverwarming
van
temperatuur waarop de oven wordt voorverwarmd
is 20°C hoger ten opzichte van de ingestelde
kooktemperatuur.
Het bereiken van de temperatuur wordt door de
oven gemeld met een geluidssignaal.
Plaats de voedingsmiddelen in de oven en sluit de
deur; de oven start de kookcyclus. Druk anders op
de toets T13.
Wanneer het niet nodig is om de oven voor te
verwarmen, druk dan na de instelling van het
programma twee keer, in plaats van één keer, op de
toets T13.
Indien na het instellen van de kooktemperatuur de
resterende
in
te
standaardwaarde moeten hebben, druk dan direct
op de toets T13; de oven start de kookcyclus.
KOKEN MET DELTA T (ΔT)
Druk, nadat de oven is ingeschakeld, op de toets T1,
kies de gewenste kookmethode door druk op de
betreffende toets (T2-T3-T4).
Op het display D1 knipperen afwisselend de leds L1
en L2.
Selecteer de kookmethode ΔT met een druk op de
toets T7.
Het kookproces met ΔT stelt een delta in tussen de
kerntemperatuur
temperatuur van de ovenkamer.
Door te drukken op de toets T7 wordt de ΔT
ingesteld; de temperatuur kan variëren van 5 tot
75°C.
90
de
oven
gestart.
stellen
parameters
van
het
product
en
De
een
de