4. START EN STILSTAND VAN DE BRANDER
4.01 Eerste in bedrijfstelling
Bij een eerste in bedrijfstelling dienen volgende voorzorgsmaatregelen getroffen te worden:
- nakijken of er water op de installatie staat en of de leidingen nergens lekken vertonen
- installatie ontluchten
- de vrije doorgang van de rookgasleiding nakijken
- dichtheid van de gasleidingen kontroleren d.m.v. een oplossing zeepwater
4.02 Ontsteking
De schakelaar zomer-stop-winter 6 (fig 1) van het bedieningsbord op stand winter plaatsen. De ketel-
aquastaat op minimale temperatuur plaatsen. De algemene schakelaar aanzetten ten einde het
apparaat onder spanning te plaatsen.
Om de brander te starten:
- De kogelgaskraan (te plaatsen door de installateur) openen.
- Gasleidingen d.m.v. een kleine ontluchter boven de gasklep ontluchten (fig 11).
- Gasdrukknop volledig indrukken ffig 10) en tezelfdertijd de waakvlam d.m.v. een lucifer ontsteken
of indien voorzien, de piezo-elektrische aansteker indrukken. Zodra de waakvlam brandt, de
gasdrukknop nog 16 à 20 sec. ingedrukt houden en pas daarna lossen.
- Nu moet de waakvlam blijven branden, zoniet dient dezelfde operatie herhaald te worden.
- De ketelaquastaat op de gewenste temperatuur instellen waardoor de brander aanslaat.
- De schakelaar zomer-stop-winter instellen volgens behoefte. De ketelaquastaat en de boileraquastaat
instellen op de gewenste temperatuur; nu kan de ketel verder automatisch werken.
- Bij elektriciteitspannes blijft de waakvlam verder branden en de ketel herneemt zijn werking
automatisch als de elektrische spanning terugkeert.
Opmerking: Bij een toevallig intvallen van de brander in het belangrijke enkele minuten de wachten
vooraleer terug aan testeken, teneinde de gassen die zich nog in de ketel zouden kunnen
bevinden, te laten ontsnappen.
12
GRBK CE