4.06 Nazicht en controle na het starten van de ketel.
Bij het eerste opstarten dient men zich van het volgende te vergewissen:
- dat het gascircuit volledig dicht is
- dat het thermokoppel volledig omsloten is door de waakvlam
- dat de brander perfect start, door met de ketelaquastaat verscheidene keren te laten starten en
stoppen
- dat aan de achterzijde van de ketel ter hoogte van de valwindonderbreker, geen rookgassen
ontsnappen, wat zou kunnen wijzen op een verstopping in de schouw.
- dat de rookgaspijp goed geisoleerd is op plaatsen waar zij door een brandbare wand gaat.
- dat de gasteller een voldoende gasdebiet doorlaat (zoals aangegeven op de kenplaat van de ketel).
Waakvlam
14
Bevestigingsvijs thermokoppel
Ontstekingselektrode
Drukmeetnippel
gastoevoer
Regelvijs waakvlam
Rubberen dichtingsring
Thermokoppel
Waakviamspuitstuk
Filter
Aansluiting gasleiding-waakvlam
fig. 12
Diafragma
GRBK CE
Bicone
fig. 13