tussen de begrenzingsdraden 2 m / 6.5 ft. Als
er wel een geleidingsdraad is aangebracht in
de doorgang, is de minimale afstand tussen de
geleidingsdraden 60 cm / 24 inch. Gebruik de
Maaien in een doorgang om de doorgang
functie
te maaien, zie
Tuindekking en Maaien in een
doorgang op pagina 19 .
•
Als het werkgebied gebieden heeft die door
middel van een smalle doorgang (B) met elkaar
zijn verbonden, kunt u het product zodanig
instellen dat dit eerst de geleidingsdraad volgt
en deze dan na een bepaalde afstand (C)
verlaat. De instellingen kunnen worden gewijzigd in
Tuindekking en Maaien in een doorgang op pagina
19 .
•
Indien het werkgebied een bijgebied (D) omvat,
Bijgebied op pagina 23 . Zet het
raadpleegt u
product in het bijgebied en selecteer
Bijgebied .
D
B
3.5 Montage van het product
3.5.1 Installatiegereedschappen
•
Hamer/kunststof hamer: om het plaatsen van de
krammen te vereenvoudigen.
•
Kantensnijder/rechte spade: om de
begrenzingsdraad te begraven.
•
Combinatietang: voor het knippen van de
begrenzingsdraad en het samenknijpen van de
connectoren.
16 - Installatie
•
Instelbare tang: voor het samenknijpen van de
koppelingen.
3.5.2 Laadstation monteren
de modus
Gebruik bij het aansluiten van de voeding altijd
een stopcontact dat is aangesloten op een
aardlekschakelaar (RCD).
1.
Lees en begrijp de instructies over het laadstation.
Onderzoeken waar het laadstation moet
Zie
worden geplaatst op pagina 11 .
2.
Plaats het laadstation in het geselecteerde gebied.
A
Let op:
grond met de schroeven nadat de geleidingsdraad
is geïnstalleerd. Zie
op pagina 17 .
3.
Sluit de laagspanningskabel aan op het
laadstation.
4.
Zet de voeding op een minimale hoogte van 30
cm/12 inch.
C
5.
Sluit de voedingskabel aan op een stopcontact van
100-240 V.
Let op:
kunt u het product opladen. Plaats het product
in het laadstation terwijl de begrenzingsdraad
en de geleidingsdraad worden gelegd. Schakel
het product in. Ga pas verder met de
productinstellingen als de installatie is voltooid.
OPGELET:
Het is niet toegestaan om
nieuwe gaten in de plaat van het laadstation
te maken.
OPGELET:
Plaats uw voeten niet op de
bodemplaat van het laadstation.
WAARSCHUWING:
dat de pluggen van de laagspanningskabel
en de voedingseenheid schoon en droog
zijn voordat u ze aansluit.
Bevestig het laadstation pas aan de
De geleidingsdraad installeren
min 30 cm / 12"
Wanneer het laadstation is aangesloten,
1585 - 007 - 26.10.2022
Zorg ervoor