•
Plaats het laadstation in de buurt van een
stopcontact.
•
Plaats het laadstation op een vlakke ondergrond.
•
De bodemplaat van het laadstation mag niet
gebogen zijn.
Max 3 cm/1.2"
Max 3 cm/1.2"
Max +/- 2 cm / 0.8 in.
•
Als het werkgebied twee delen heeft die zijn
gescheiden door een steile helling, raden wij aan
het laadstation op het laagste deel te plaatsen.
•
Plaats het laadstation in een gebied met
bescherming tegen de zon.
•
Als het laadstation op een eiland is geplaatst,
dient u ervoor te zorgen dat u de geleidingsdraad
met het eiland verbindt. Zie
pagina 14 .
12 - Installatie
3.4.2 Onderzoeken waar de voeding moet
worden geplaatst
•
•
•
Laagspanningskabels van verschillende lengtes zijn
verkrijgbaar als accessoires.
3.4.3 Onderzoeken waar u de
begrenzingsdraad plaatst
Een eiland maken op
WAARSCHUWING:
laagspanningskabel niet doorsnijden of
verlengen. Er bestaat een gevaar voor
elektrische schokken.
OPGELET:
Zorg ervoor dat de messen
op het product niet de laagspanningskabel
doorsnijden.
OPGELET:
Plaats de
laagspanningskabel niet in een spoel of
onder de plaat van het laadstation. De
bobine veroorzaakt interferentie met het
signaal van het laadstation.
Plaats de voeding in een gebied met een dak en
bescherming tegen de zon en de regen.
Plaats de voeding in een gebied met een goede
luchtstroom.
Gebruik een aardlekschakelaar met een
afschakelstroom van maximaal 30 mA wanneer u
de voeding aansluit op het stopcontact.
OPGELET:
Er dient een barrière
van minimaal 15 cm/6 inch hoog tussen
de begrenzingsdraad en waterpartijen,
hellingen, afgronden of openbare wegen te
staan. Dit voorkomt schade aan het product.
OPGELET:
Laat het product niet
werken op grind.
OPGELET:
Maak geen scherpe
bochten wanneer u de begrenzingsdraad
installeert.
1585 - 007 - 26.10.2022
U mag de