2. Veiligheidsmaatregelen
2.1
Bescherming van personen
De aarding dient enkel als beveiliging voor de frequentieomvormer en niet als bescherming van
personen.
Volgens de norm VDE 160 mag een frequentieomvormer niet met een normale differentiële
schakelaar gevoed worden omdat die een gelijkstroomlast kan zijn voor het net (diodenbrug aan de
ingang) en zo de werking van de optimale differentiële detectie kan beinvloeden.
Aardingsverliesstromen worden veroorzaakt door de capaciteit van de voeding- en motorkabels.
Het gebruik van een netfilter om de EMC te respecteren verhoogt deze verliesstroom.
Om de personen te beschermen moet men de motor en de omvormer correct aarden. Een speciale
differentiele zekering die rekening houdt met de gelijkstroom en de hoogfrequentestroom kan
eventueel ook gebruikt worden.
Men mag geen onderdelen in het toestel met de handen of met eender welk voorwerp aanraken
wanneer de spanning aangesloten is of voordat de condensator van de tussenkring ontladen is, dit
om kwetsuren of beschadiging te vermijden. Wanneer de spanning aangesloten is mag men niet aan
de bedrading werken of signalen verifiëren.
Indien er een korte stroomonderbreking is nadat de frequentie-omvormer een start signaal gekregen
heeft, kan deze opnieuw in gang schieten wanneer de stroom terug is. Indien deze toestand een
gevaar voor personen kan betekenen dan moet men een elektromagnetische schakelaar plaatsen aan
de netspanningzijde. Dit zal het heropstarten na de stroomonderbreking beletten.
Wees in het bijzonder voorzichtig wanneer het automatisch heropstarten ingeschakeld is. Kijk de
aarding van de ganse installatie grondig na.
Hou er rekening mee dat de ontlaadtijd van de tussenkring condensator ongeveer 3 minuten
bedraagt. Wacht dus tot het lampje "Charge" volledig uitgedoofd is alvorens aan de frequentie-
omvormer te werken.
2.2
Omgevingsvoorschriften
Kijk de netspanning na: :
3 x 380-415 V, ± 10% /50 Hz, ± 5%; 3 x 400-460V / 60Hz , ± 5%.(Serie J 100 HFE5)
1 x 220-240 V, ± 10%; 50/60 Hz, ± 5%.(Serie J 100 SFE5)
Vermijd hoge temperaturen en vochtigheidsgraden. Men moet het toestel eveneens vrijwaren van
slijk, corrosieve gassen, en mogelijke vloeistof spatten. Installeer het toestel in een goed
geventileerde plaats, en niet in rechtstreeks zonlicht. Monteer het toestel op een verticaal, vuurvast
en trillingvrij oppervlak (bijvoorbeeld zijkant van een machine).
Opgelet! Geen netspanning aansluiten op de uitgangsklemmen U,V,W
Indien de genormaliseerde motor gevoed wordt met een frequentie > 60 Hz, dient u de fabrikant
van de motor of van de machine te raadplegen
Alle frequentieomvormers zijn gecontroleerd op het gebied van overspanning en van isolatie. De
meting van de isolatie tijdens een controle, geschiedt enkel op de vermogenklemmen. Bij die
gelegenheid, gebruikt men een Mohm-meter om de isolatieweerstand van 5MΩ op de verschillende
J100e5_full_NL.doc 09/09/03
5