Fabrieksinstelling : 0
Instelbereik : 0, 1
de uitgang FM kan geprogrammeerd worden om ofwel de uitgangsfrequentie ofwel de motorstroom af te beelden. Het
frequentie signaal is beschikbaar onder de vorm van een analoog signaal 0-10V of een digitaal signaal.
(cfr. beschrijving van de stuurklemmen en de functie A50)
0:
Display van de frequentie
1:
Display van de motorstroom
Fabrieksinstelling : 1
Instelbereik : 1, 2
Uitgang 11 kan met functie C10 geprogrammeerd worden om 3 verschillende signalen te geven. Voor het RUN
signaal zijn twee aparte karakteristieken beschikbaar onder deze functie:
1:
RUN signaal indien de uitgangsfrequentie > 0 Hz
2:
RUN signaal indien de uitgangsfrequentie > 0 Hz, dynamische gelijkstroomrem inbegrepen
(zie ook functies A20 - A22, A55,
Fabrieksinstelling : 0
Instelbereik : 0, 1
Indien de gegevens vergrendeld zijn (soft lock) door het activeren van functie A84 of via de klem SFT, kan het
inbrengen van een vraagfrequentie langs het ingebouwde toetsenbord vergrendeld worden.. het invoeren van een
vraagwaarde voor de frequentie is uiteraard steeds mogelijk langs de analoge ingangen O en OI
0:
Inbrengen van vraagfrequentie langs toetsenbord mogelijk wanneer "soft-lock" geactiveerd is.
1:
Inbrengen van vraagfrequentie langs toetsenbord niet mogelijk wanneer "soft-lock" geactiveerd is.
Zie functie F9, type sturing
J100e5_full_NL.doc 09/09/03
Display frequentie / stroom (klem FM)
Uitgangssignaal RUN
A56)
Verandering van de vraagfrequentie (soft lock)
43