I
NSTELLINGEN
N
.
F
O
UNCTIE
85
Buitentemperatuursensor setpoint 1
Indien de buitentemperatuur bene-
den dit setpoint komt, wordt het toe-
rental 1 stand opgehoogd.
86
Buitentemperatuursensor setpoint 2
Indien de buitentemperatuur bene-
den dit setpoint komt, wordt het toe-
rental 2 standen opgehoogd.
87
Actuele buitentemperatuur en con-
trole werking sensor
20
C
-
OMFORT
LUCHTGORDIJN VOOR DIRECTE EXPANSIE
4.2.2 Extra functies in het installateursniveau
K
EUZEMOGELIJKHEDEN
In te stellen tussen -9,5 en +30 °C
(standaardwaarde = 0 °C)
__
(beneden -9,5 °C): regeling door buiten-
temperatuursensor uitgeschakeld
In te stellen tussen -9,5 en +30 °C
(standaardwaarde = -9,5 °C)
__
(beneden -9,5 °C): regeling door buiten-
temperatuursensor uitgeschakeld
De buitentemperatuur wordt weergegeven.
-9,5 °C knipperend: sensor niet aangesloten
4.2.3 Niet werkende functies
•
De weergave van de ruimtetemperatuur (functie no. 69)
kan niet worden uitgeschakeld.
•
Alle functies die betrekking hebben op externe regelingen
(functies no. 60, 61, 76) kunnen niet worden ingesteld.
•
Alle functies die betrekking hebben op de uitblaastempera-
tuur (functies no. 1, 5, 51, 72, 74) kunnen worden inge-
steld, maar hebben geen uitwerking:
U
W
-
INSTEL
LING