Bluetooth
®
-profielen
Wanneer een mobiele telefoon wordt aange-
sloten op het systeem voor telefoonbedie-
ning worden de gegevens via een van de
®
Bluetooth
-profielen uitgewisseld.
Profiel handsfree van Bluetooth (HFP): Als
●
een mobiele telefoon via HFP op het telefoon-
beheer is aangesloten, kunnen via het hand-
sfree toestel draadloze gesprekken worden
gevoerd. Deze functie vereist bovendien an-
dere Bluetooth-profielen, zoals downloaden
van het telefoonboek of instant messaging.
Audio-profiel (A2DP): Bluetooth-profiel
●
voor overdracht van audiosignalen met stere-
okwaliteit. Deze functie kan bovendien extra
Bluetooth-profielen aansluiten voor weerga-
ve van titels en weergavecontrole op het mo-
biele toestel.
Let op
Om te vermijden dat ze klinken door de luid-
sprekers, moeten de tonen van de toetsen en
waarschuwingstonen van de mobiele telefoon
uitgeschakeld zijn. Koppel zo nodig de hoorn
van de mobiele telefoon die u op het systeem
wenst aan te sluiten los.
82
Systeem voor telefoonbediening (PHONE)
Een mobiele telefoon koppelen aan en
aansluiten op het infotainmentsys-
teem
Om een mobiele telefoon via het infotain-
mentsysteem te bedienen, moeten beide ap-
paraten één keer worden aangesloten.
Voor uw veiligheid raden we u aan de mobie-
le telefoon aan te sluiten als de wagen stil-
staat. In sommige landen mag de mobiele te-
lefoon niet worden aangesloten als de wagen
rijdt.
Vereisten
De volgende instellingen moeten in de mobi-
ele telefoon en het infotainmentsysteem wor-
den gegarandeerd:
●
Het contact is ingeschakeld.
®
●
De functie Bluetooth
van de mobiele tele-
foon en van het infotainmentsysteem moet
geactiveerd zijn, evenals de zichtbaarheid.
●
De toetsenblokkering van de mobiele tele-
foon moet uitgeschakeld zijn.
De gebruiksaanwijzing van de mobiele tele-
foon in acht nemen.
Na het inschakelen van het contact wordt de
zichtbaarheid van de Bluetooth
activeerd.
Tijdens het aansluiten moeten gegevens via
het toetsenblok van de mobiele telefoon wor-
den ingegeven. Daarom moet de telefoon
hierop voorbereid zijn.
Koppeling van de mobiele telefoon starten
Vergewis u ervan dat de Bluetooth-functie
●
van het mobiele apparaat actief en zichtbaar
is.
●
op de infotainmenttoets
Functietoets
●
indrukken.
Resultaten
OF:
●
op de infotainmenttoets
●
Op de functietoets
●
Functietoets
indrukken.
Resultaten
OF:
●
op de infotainmenttoets
Functietoets
●
●
Functietoets
Functietoets
●
indrukken.
Resultaten
OF:
●
Breng de verbinding tot stand vanaf het
®
-functie ge-
mobiele apparaat.
De naam van de Bluetooth-functie van uw in-
fotainmentsysteem wordt getoond in het
drukken.
PHONE
en vervolgens
Telefoon zoeken
drukken.
PHONE
drukken.
Instellingen
en vervolgens
Telefoon kiezen
drukken.
PHONE
indrukken.
Instellingen
indrukken.
Bluetooth
en vervolgens
Apparaten zoeken