of die meer ruimte in beslag nemen dan
hetgeen beschikbaar is in het interne geheu-
gen.
Een externe audiobron aansluiten via
WLAN
3 Enkel beschikbaar voor het model: Navi System
Plus
WLAN als audiobron, maakt de draadloze ver-
binding mogelijk tussen een externe audio-
bron (bijv. een smartphone) en het infotain-
mentsysteem.
Om deze verbinding te gebruiken, moet het
aangesloten apparaat beschikken over een
compatibele applicatie (app) met communi-
catieprotocol UPnP (Universal Plug and Play);
op die manier kan de applicatie de beschik-
bare media-inhoud leveren aan het systeem.
Vereisten
Een compatibele applicatie (UPnP) moet op
●
het mobiele apparaat geïnstalleerd zijn.
De Mobiele hotspot in de configuratie
●
van de draadloze verbinding moet actief zijn
›››
pag. 55,
WLAN-instellingen.
●
Het toestel aansluiten op het infotainment-
systeem door middel van een door het sys-
teem aangemaakt wachtwoord. De verbin-
ding moet gebeuren vanaf het mobiele appa-
Functie Audio en Media
raat dat men wenst aan te sluiten op het info-
tainmentsysteem.
WLAN-audioweergave starten
Basisvolume van het infotainmentsysteem
●
verlagen.
De applicatie UPnP of de applicatie voor
●
weergave van de WLAN-audiobron starten.
Druk in het hoofdscherm MEDIA op de func-
●
tieknop
en selecteer
BRON
WLAN
Let op de aanwijzingen die op het scherm
●
van het infotainmentsysteem en op het
scherm van de WLAN-audiobron worden
weergegeven voor verdere bediening.
Afspelen bedienen
In hoeverre de WLAN-audiobron via het info-
tainmentsysteem kan worden bediend, is af-
hankelijk van de verbonden WLAN-audiobron
en de gebruikte applicatie.
Let op
●
Het infotainmentsysteem biedt geen inter-
netverbinding, alleen een lokale draadloze
verbinding tussen het mobiele apparaat en
het systeem.
De WLAN-aansluiting garandeert alleen een
●
verbinding tussen het apparaat en het info-
tainmentsysteem. De werking is afhankelijk
van de applicatie.
WLAN-instellingen
3 Enkel beschikbaar voor het model: Navi System
Plus
Om bij de WLAN-instellingen te komen moet
het contact zijn ingeschakeld.
●
Kies het hoofdmenu Media door de info-
tainmenttoets
●
Druk op de functietoets
het menu Instellingen Media te ope-
.
nen.
●
Druk op de functietoets
verschijnt de knop Instellingen toe-
gangspunt (hotspot)
tekst over het gebruik van WLAN.
●
Druk op de functietoets Instellingen
toegangspunt (hotspot)
kan de Mobiele hotspot in-/uitgescha-
keld worden en hebt u toegang tot de Con-
van het WLAN-netwerk.
figuratie
●
Druk op de functietoets Configuratie
om het WLAN-netwerk te configureren.
Functietoets: functie
Mobiel toegangspunt
schakelen.
Veiligheidsniveau
matisch een netwerksleutel van 8 tekens gegene-
reerd.
in te drukken.
MEDIA
om
INSTELLINGEN
, vervolgens
WLAN
en een informatie-
, vervolgens
: Om het WLAN-netwerk in/uit te
: Met de WPA2-codering wordt auto-
»
55