In- en uitschakelen
Om het infotainmentsysteem handmatig in-
of uit te schakelen de draai-/drukknop kort
›››
indrukken
afb. 1
.
10
Na het inschakelen start het systeem met het
laatst ingestelde volume, voor zover het voor-
af ingestelde maximale inschakelvolume niet
›››
wordt overschreden
pag. 94, Volume- en
klankinstellingen.
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld wanneer de sleutel uit het contact wordt
getrokken of de inschakelknop wordt inge-
drukt (naargelang de uitrusting of de wagen).
Als het infotainmentsysteem daarna opnieuw
wordt aangezet, gaat dit na ca. 30 minuten
automatisch weer uit (vertraagde uitschake-
ling).
Let op
Het infotainmentsysteem maakt deel uit
●
van de wagen. Het kan niet in een andere wa-
gen worden gebruikt.
Wanneer de accukabels losgemaakt zijn ge-
●
weest, het contact inschakelen voordat u het
infotainmentsysteem weer inschakelt.
Inleiding
Basisvolume wijzigen
Volume verhogen resp. verlagen of het ge-
luid onderdrukken
Volume verhogen: volumeregelaar met de
wijzers van de klok mee draaien of linker
wieltje op het multifunctiestuurwiel naar bo-
›››
ven draaien
brochure
Instructieboekje.
Volume verlagen: volumeregelaar linksom
draaien of het linker wieltje op het multifunc-
tiestuurwiel naar beneden draaien
chure
Instructieboekje.
Wijzigingen in het volume worden op het
beeldscherm met een volumebalk weergege-
ven. Het volume kan met de bedieningsele-
menten op het stuur worden ingesteld. In dat
geval worden de wijzigingen in het volume
op het beeldscherm van het instrumentenpa-
neel met een volumebalk weergegeven.
Sommige volume-instellingen en -aanpassin-
gen kunnen vooraf worden ingesteld
94, Volume- en
klankinstellingen.
Het geluid van het infotainmentsysteem on-
derdrukken
Volumeregelaar linksom draaien, tot
●
wordt weergegeven.
Onderdrukken van het geluid van het info-
tainmentsysteem zet ook de beluisterde me-
diabron stop. Op het scherm verschijnt de
melding .
Let op
Als het basisvolume voor de weergave van
een audiobron sterk is verhoogd, dan het vo-
lume vóór het wisselen van de audiobron ver-
lagen.
›››
bro-
›››
pag.
11