2.
Selecteer de optie I
3.
Wijzig de instelling voor Inhibit Regen van Uit naar Aan.
Een geparkeerde of herstelregeneratie voorbereiden
1.
Zorg dat de machine voldoende brandstof in de tank heeft voor het type regeneratie dat u wenst uit
te voeren:
•
Geparkeerde regeneratie: zorg dat de tank voor een kwart gevuld is alvorens de geparkeerde
regeneratie uit te voeren.
•
Herstelregeneratie: zorg dat de tank voor de helft gevuld is alvorens de herstelregeneratie uit
te voeren.
2.
Rij de machine naar buiten op een plaats vrij van ontvlambare materialen of voorwerpen die beschadigd
kunnen worden door hitte.
3.
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
4.
Zorg ervoor dat de schakelhendel in
5.
Schakel de aftakas uit en laat werktuigen neer (indien aanwezig).
6.
Stel de parkeerrem in werking.
7.
Zet gashendel op laag
8.
Zet de bedieningsknop in de H of L-stand.
9.
Zorg dat de airconditioning uit staat.
Een geparkeerde of herstel regeneratie uitvoeren
Wanneer de computer van de motor een geparkeerde regeneratie vraagt, volg dan de instructies in de
berichten van het InfoCenter.
Belangrijk:
De computer van de machine annuleert de DPF-regeneratie als u het laag stationaire
toerental verhoogt of de parkeerrem vrijzet.
1.
Scroll in het menu DPF Regeneration omlaag naar de optie P
2.
Selecteer de optie P
Opmerking:
Om een herstelregeneratie te starten, moet u de juiste pincode invoeren.
3.
Controleer in het scherm V
indien u een geparkeerde regeneratie gaat uitvoeren of halfvol in het geval van een herstelregeneratie, en
druk op het pictogram 'volgend scherm' om verder te gaan.
4.
Druk in het menu Parked Regen of Recovery Regen op het pictogram 'volgend scherm' om de regeneratie
te starten.
5.
Controleer in het scherm DPF-controlelijst of de parkeerrem ingeschakeld is en het motortoerental op laag
stationair staat; druk op het pictogram 'volgend scherm' om verder te gaan.
6.
Selecteer in het scherm I
7.
Het InfoCenter toont de boodschap I
Opmerking:
Druk indien nodig op het pictogram 'annuleren' om de regeneratie te annuleren.
8.
Het InfoCenter toont hoe lang de regeneratie zal duren.
9.
Het InfoCenter toont het hoofdscherm en het pictogram 'regeneratie toegestaan'
Opmerking:
Terwijl de DPF-regeneratie bezig is, wordt het pictogram hoge uitlaattemperatuur
weergegeven in het InfoCenter.
10.
Wanneer de computer van de motor een geparkeerde of herstelregeneratie voltooid heeft, verschijnt een
melding op het InfoCenter. Druk op gelijk welke knop om het hoofdscherm te verlaten.
R
.
NHIBIT
EGEN
NEUTRAAL
.
STATIONAIR
R
of R
ARKED
EGEN
ECOVERY
ERIFY FUEL LEVEL
DPF R
NITIATE
EGEN
NITIATING
staat.
ARKED
R
.
EGEN
(controle brandstofpeil) of de brandstoftank minstens ¼ vol is
het pictogram 'volgend scherm' om verder te gaan.
DPF R
.
EGEN
49
R
of R
R
EGEN
ECOVERY
.
.
EGEN