Vul de tank bij tot ongeveer 6 tot 13 mm onder
de bovenkant van de tank, niet de vulbuis, met
de aanbevolen brandstof zoals aangegeven in
Brandstofspecificaties (bladz.
Opmerking:
Vul indien mogelijk de brandstoftank
telkens na gebruik; zo beperkt u de mogelijkheid op
opstapeling van condensatie in de brandstoftank tot
een minimum.
De stoel verstellen
De stand van de stoel moet zo zijn dat u de machine
het best kunt bedienen en dat u comfortabel zit.
Raadpleeg
De bestuurdersstoel verstellen (bladz. 19)
om de stoel te verstellen.
Differentieelvergrendeling
gebruiken
WAARSCHUWING
Als u de differentieelvergrendeling niet naar
behoren gebruikt, kunt u de controle over
de machine verliezen of deze of het gazon
beschadigen.
• Breng de machine volledig tot stilstand
voordat u de differentieelvergrendeling
inschakelt.
• Schakel de differentieelvergrendeling uit
wanneer u rijdt op droog asfalt en beton.
• Gebruik de differentieelvergrendeling
alleen als dat nodig is om de grip te
verbeteren.
De differentieelvergrendeling
inschakelen
1.
Breng de machine volledig tot stilstand.
2.
Houd de schakelaar van de differentieelvergren-
deling ingedrukt om de differentieelvergrendeling
in te schakelen.
Opmerking:
De differentieelvergrendeling
is enkel actief wanneer de schakelaar van de
differentieelvergrendeling ingedrukt is of de
parkeerrem in werking is gesteld.
Opmerking:
Wanneer u de differentieelver-
grendeling inschakelt, verschijnt het pictogram
van de differentieelvergrendeling
InfoCenter.
23).
in het
De differentieelvergrendeling
uitschakelen
Schakel de differentieelvergrendeling uit door de
schakelaar van de differentieelvergrendeling los te
laten.
Opmerking:
U kunt de differentieelvergrendeling
vrijzetten als de machine in beweging is. De
differentieelvergrendeling mag ingeschakeld
blijven wanneer de as belast wordt. De
differentieelvergrendeling wordt vrijgegeven zodra de
as niet meer belast wordt.
De trekhaakkoppeling
afstellen
Achterkant van de machine
1. Hydraulische uitgangen
2. Bovenkoppeling
3. Schuine koppelingen
De trekstangkoppeling gebruiken
Het toegelaten gewicht van de
trekstangkoppeling
Overschrijd de volgende maximumgewichten niet:
•
Maximale toegelaten lading voor transport:
– Werktuigen met remmen: 7250 kg
– Werktuigen zonder remmen: 1497 kg
•
Verticaal tonggewicht: 800 kg
25
Figuur 19
4. Trekstang
5. Hefkoppeling
6. Zwaaikoppeling
g249858