Figuur 56
1. Snelbevestigingshendel
Een laderwerktuig verwijderen
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
2.
Laat het werktuig neer op de grond.
3.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
4.
Maak de snelkoppelingspennen los door deze
naar buiten te draaien.
5.
Als het werktuig hydraulisch wordt bediend,
beweegt u de joystick van de lader naar voren,
naar achteren en terug in de
om de druk op de hydraulische koppelingen op
te heffen.
6.
Als het werktuig hydraulisch wordt bediend,
schuift u de kragen op de hydraulische koppeling
terug en maakt u deze los.
Belangrijk:
Koppel de slangen van het
werktuig aan elkaar om te voorkomen dat
het hydraulische systeem tijdens de opslag
wordt verontreinigd.
7.
Monteer de beschermkappen op de hydraulische
koppelingen op de machine.
8.
Start de motor, kantel de bevestigingsplaat
naar voren en rij de machine achteruit van het
werktuig vandaan.
g253679
2. Snelbevestigingspennen
NEUTRAALSTAND
Bediening van de lader
De laderjoystick gebruiken
Opmerking:
Figuur 57
joystick, gezien vanaf de bestuurderspositie.
•
Om het werktuig naar voren te kantelen, beweegt
u de joystick naar rechts.
•
Om het werktuig naar achteren te kantelen,
beweegt u de joystick naar links.
•
Om de laderarmen omlaag te brengen, beweegt u
de joystick langzaam naar voren.
•
Om de laderarmen omhoog te brengen, beweegt
u de joystick langzaam naar achteren.
•
Om het werktuig in zweefstand te brengen,
beweegt u de joystick volledig naar voren.
Opmerking:
In de zweefstand wordt het
werktuig omhoog en omlaag gebracht; het volgt de
grondcontouren terwijl u de machine verplaatst.
Door de joystick naar een tussenliggende stand
(bijvoorbeeld naar voren en naar links) te bewegen,
kunt u tegelijkertijd de laderarmen bewegen en het
werktuig kantelen.
De indicator van het werktuigniveau gebruiken
Tijdens het werken met de lader gebruikt u de
indicator van het werktuigniveau
de stand van het werktuig te controleren vanaf de
43
toont het gebruik van de
Figuur 57
(Figuur
58) om
g249809