Veiligheids- en instructiestickers
Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en
bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen
stickers.
1. Ledematen kunnen worden gesneden/geamputeerd;
ventilator – blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
1. Waarschuwing – lees de Gebruikershandleiding, gebruik
deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent.
2. De machine kan voorwerpen uitwerpen – houd omstanders
op een veilige afstand van de machine.
3. Machine kan kantelen – verminder uw vaart voordat u
een bocht ingaat, maak geen bocht bij hoge snelheid, laat
het maaidek neer als u een helling afrijdt, gebruik een
rolbeugel en doe de veiligheidsgordel om. Draag altijd een
veiligheidsgordel, ook als de machine is voorzien van een
rolbeugel.
4. Waarschuwing – parkeer nooit op een helling; stel de
parkeerrem in werking, laat de maaidekken neer, zet de
motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact voordat
u de machine verlaat.
5. Waarschuwing – lees de Gebruikershandleiding, u mag de
machine niet slepen.
1. Snelheid tractie-eenheid
2. Langzaam
3. Snel
93-7272
110-8869
110-8921
decal93-7272
r:\decal110-8869
1. Lees de Gebruikershandleiding.
2. Aansluitpunt: 10 A
3. Koplampen: 10 A
4. Vermogen: 10 A
5. Motor starten: 15 A
6. Optionele luchtgeveerde stoel: 20 A
7. Beheer motorcomputer C: 7.5 A
8. Beheer motorcomputer B: 7.5 A
9. Beheer motorcomputer A: 7.5 A
decal110-8921
8
117-2718
117–0169
decal117-2718
decal117-0169