2. Veiligheidsinstructies
Volg altijd de veiligheidsinstructies in dit hoofdstuk
wanneer u deze luchtverwarmer installeert, gebruikt of
onderhoudt.
2.1. Installatie
PAS OP!
Deze luchtverwarmer moet worden geïnstalleerd
en onderhouden door een geautoriseerde, gekwalificeerde
en bevoegde installateur, met behulp van gekalibreerde
apparatuur.
LET OP
Deze luchtverwarmer moet worden geïnstalleerd
en onderhouden in overeenstemming met deze
handleiding, nationale en lokale bouwvoorschriften en
lokale gezondheids- en veiligheidsvoorschriften.
2.1.1. Bescherming tegen stof
PAS OP!
Gebruik de luchtverwarmer niet in een zeer
stoffige omgeving. Stof kan zich ophopen en een defect
aan het toestel veroorzaken. Dit is ook het geval voor de
kamerthermostaat.
PAS OP!
Deze luchtverwarmer kan worden gebruikt
in een stoffige omgeving als deze vaker wordt
schoongemaakt en onderhouden.
2.1.2. Temperatuur
PAS OP!
Installeer het toestel niet op plaatsen waar
de temperatuur boven 35° C kan stijgen. Hogere
temperaturen zorgen ervoor dat de interne componenten
veel sneller verouderen.
Gebruiksrestricties
Werkdruk
Watertemperatuur
(bevriezingsgevaar!)
Omgevingstemperatuur
(bevriezingsgevaar!)
WAARSCHUWING!
Bij bevriezing kunnen de koperen
buizen in de warmtewisselaar beschadigen, waardoor de
warmtewisselaar kan gaan lekken. Dit valt niet onder de
garantie!
4
max. 5 bar
min. 4°C - max. 100°C
min. 4°C - max. 35°C
2.1.3. Brandgevaarlijke ruimtes, (parkeer)garages
Geadviseerd wordt de installatie van de luchtverwarmer
te laten voldoen aan de NPR 3378-22:2018. Wanneer het
product wordt geïnstalleerd in een brandgevaarlijke ruimte
of een opstelplaats/herstelinrichting van motorvoertuigen
(bijv. een garage) moet de opstelling voldoen aan de
volgende voorwaarden:
WAARSCHUWING!
De warmtewisselaar van het toestel
kan warmer worden dan 450
•
Plaats de onderzijde van het toestel minimaal 1,7
m boven de vloer.
•
De opstellingsruimte heeft een minimaal volume
van 1.000 m³, met een minimale vrije hoogte van
2,1 m.
•
Een ventilatie/infiltratie debiet van minimaal 600
m³/h is vereist.
Wanneer niet aan alle voorwaarden voldaan wordt, plaats
dan een gasdetector in de ruimte. De gasdetector moet
aan de volgende voorwaarden voldoen:
•
Goedgekeurd conform de NEN-EN-IEC
60079-29-1.
•
Kan autobrandstoffen (bijv. benzine, lpg, aardgas)
detecteren.
•
Schakelt uit binnen 1 seconde na het bereiken van
de 10% LEL. Wanneer de 10% LEL is bereikt hoort
het toestel niet in bedrijf te komen.
2.2. Gebruik
PAS OP!
Zorg ervoor dat het gebied rondom de
luchtverwarmer droog is wanneer onderhoud aan de
luchtverwarmer wordt uitgevoerd.
PAS OP!
Sluit altijd de deuren en inspectieluiken van de
luchtverwarmer, behalve bij het afstellen en controleren
van het apparaat.
PAS OP!
Bedek de luchtverwarmer NIET wanneer deze in
gebruik is om oververhitting the voorkomen!
C.
o