Inhoud 1. Inleiding 7. In bedrijf stellen van de luchtverwarmer 20 1.1. In deze handleiding gebruikte symbolen 7.1. De instellingen aanpassen 1.2. Garantie 7.2. In bedrijf stellen van de luchtverwarmer 2. Veiligheidsinstructies 8. Verbrandingswaarden 2.1. Installatie 8.1. De branderinstellingen aanpassen 2.2.
1. Inleiding Deze handleiding is bedoeld voor de installateur van gas, elektrische en mechanische apparatuur. Dit document bevat instructies voor het gebruik en onderhoud van de luchtverwarmer. Het is zeer belangrijk om de instructies in dit document te volgen voor een veilige werking van deze luchtverwarmer.
2. Veiligheidsinstructies Volg altijd de veiligheidsinstructies in dit hoofdstuk 2.1.4. Brandgevaarlijke ruimtes, (parkeer)garages wanneer u deze luchtverwarmer installeert, gebruikt of onderhoud: De installatie van de luchtverwarmer moet voldoen aan de NPR 3378-22:2018. Wanneer het product wordt geïnstalleerd in een brandgevaarlijke ruimte of een 2.1.
2.3. Onderhoud en reiniging Regelmatig onderhoud en reiniging van de luchtverwarmer is noodzakelijk om een veilige en goede werking te garanderen. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot schade aan het toestel of de omgeving en maakt u de garantie ongeldig.
Pagina 9
Gas 3/4" ext. 4x M10 INO80 OUTO80 Figuur 2 - Afmetingen van de HR30 en 40 Gas 3/4" ext. 4X M10 IN O80 OUT O80 1065 Figuur 3 - Afmetingen van de HR50 en 60 Figuur 4 - Afmetingen van de HR80 en 100 Figuur 5 - Afmetingen van de HR120 INSTALLATIEHANDLEIDING LUCHTVERWARMER TYPE HR...
4. Installatie 4.1. Voorbereiding • Zorg ervoor dat de luchtstroom van en naar het toestel vrij is van obstakels, op zijn minst 5 meter Controleer de gegevens op de typeplaat vóór met de voor het toestel. Zorg er ook voor dat de luchtinlaat installatie begonnen wordt: vrij is van obstakels.
Alle luchtverwarmers hebben de mogelijkheid om opgehangen te worden met vier draadstangen (M10). De stangen kunnen in de schroefdraadaansluitingen aan de bovenzijde van de luchtverwarmer worden geschroefd (zie §12.). De draadstangen worden niet bij de luchtverwarmer geleverd. Figuur 9 - Muurconsole (standaard) Afbeelding 7 - Designconsole 4.3.
4.5. Ruimtethermostaat LET OP Het toestel mag alleen worden omgebouwd door de fabrikant of zijn vertegenwoordiger. Het toestel kan alleen worden aangesloten met een van de De gastoevoerleiding moet voldoen aan de nationale volgende modulerende ruimtethermostaten: eisen, evenals aan eventuele lokale vereisten (bijvoorbeeld opgelegd door bouwinspecteurs, de politie of de •...
LET OP Een kabel met een aderdoorsnede van minder LET OP Deze functionaliteit is niet van toepassing op een dan 0,8 mm zal resulteren in een slecht signaal. AAN / UIT-thermostaat. LET OP Een kabel die niet is afgeschermd en getwist, 1.
LET OP Als de J14-schakelaar van meer dan één LET OP De luchtverwarmer moet worden uitgeschakeld luchtverwarmer op hetzelfde nummer is ingesteld, zal het wanneer de schakelaars worden ingesteld. Anders hebben systeem niet werken. de instellingen geen effect. 5. Rookgasafvoersysteem Om een veilig en juist gebruik te garanderen, moet deze luchtverwarmer worden aangesloten op een rookgasafvoersysteem.
5.3. Condensaatafvoersysteem Condens wordt via een afvoerleiding uit de luchtverwarmer en het rookgassysteem verwijderd. De afvoerpijp (Ø40 mm) bevindt zich aan de onderkant van het toestel (figuur 18). max 300 Figuur 17 - Horizontale uitmonding HR10 - HR120 5.1.1. Rookgasafvoer materiaal Gebruik alleen rookgasafvoer met CE-markering van de fabrikanten Muelink &...
LET OP Het condensafvoersysteem moet worden 5.4.1.2. Installatie aangesloten volgens de lokale en nationale voorschriften. 1. Maak een gat in het dak. De volgende tabel beschrijft de maximale hoeveelheid PAS OP! Zorg ervoor dat er geen vuil of stof in het toestel condensaat die per uur voor elk model kan worden terechtkomt.
8. Draai de bevestigingsbeugel vast. • Afschot van minimaal 50 mm / m (3°). Hierdoor kan 9. Controleer of alle stappen correct zijn uitgevoerd. het condensaat naar het toestel terug stromen. LET OP Gebruik beugels die behoren bij het 5.4.2. Installatie - Muurdoorvoer rookgasafvoersysteem.
Pagina 18
5.4.3.4. Installatie Houd rekening met de volgende regels en vereisten bij het installeren van een rookgasafvoersysteem: PAS OP! Breng tijdens de installatie geen mechanische kracht op de onderdelen aan. Vereisten voor horizontale en niet-verticale leidingen: • Maximale beugelafstand 1 m. •...
6. De luchtverwarmer bedienen 6.1. Brandercyclus 6.2. Minimale brandtijd Het display van de luchtverwarmer toont de huidige status Het toestel zal altijd minimaal 4 minuten branden, zelfs van de brandercyclus (figuur 20). als de warmtevraag stopt. Dit om te voorkomen dat er veel start en stops zijn en om te voorkomen dat condensaat zich ophoopt in het rookgaskanaalsysteem.
6.5.1. Warmtewisselaar 6.5.2. Rookgasafvoersysteem Een NTC-temperatuursensor bevindt zich in de buurt Een rookgastemperatuursensor (NTC) bevindt zich in van (of op) de warmtewisselaar. Deze sensor bewaakt de het rookgassysteem van de luchtverwarmer. Deze sensor temperatuur van de warmtewisselaar. bewaakt de temperatuur van het rookgassysteem. Als de warmtewisselaar te heet wordt, zal deze sensor Als de warmtewisselaar te heet wordt, zal deze sensor ervoor zorgen dat het verwarmingsproces stopt.
1. Instrueer de eindgebruiker over het veilig gebruik 3. Druk op de knop (-) totdat 0 wordt weergegeven van de luchtverwarmer: om het servicemenu te verlaten. De luchtverwarm- – De aanwezigheid van gas er zal de warmtewisselaar altijd enkele minuten –...
De gasklep wordt afgesteld met twee schroeven (figuur Zoek naar de juiste CO -waarde voor de luchtverwarmer in 23): §3.2. Pas de CO -waarde aan als het verschil meer is dan 0,3%: – De offset stelschroef voor laag vermogen. – De Ratio schroef voor hoog vermogen. 1.
9. Probleemoplossingen Display Foutmelding Beschrijving Casus # Als de luchtverwarmer niet goed werkt, controleer dan L-33 tot Interne fout Interne fout eerst of het probleem wordt veroorzaakt door externe omstandigheden (bijv. Geen voedingsspanning of geen L-42 Rookgas Te vaak een gas).
9.3. Waarschuwingen Casus 4: Warmtewisselaar temperatuursensor of rookgastemperatuursensor niet gedetecteerd, of De onderstaande tabel beschrijft de tijdelijke kortgesloten. waarschuwingen die kunnen optreden. Het toestel blijft functioneren of stopt totdat de oorzaak is verholpen. LET OP L-25 verwijst naar de warmtewisselaar sensor. L-26 verwijst naar de rookgassensor.
9.5. Verdere probleemoplossing Casus 11: Onvoldoende lucht door de warmtewisselaar. Drukschakelaar sluit niet. Wanneer de luchtverwarmer wel start maar een ander • Controleer of de brander ventilator draait. probleem vertoont dan hierboven beschreven, controleer • Controleer of het rookgasafvoersysteem vrij is. dan of de onderstaande problemen van toepassing zijn.
10. Onderhoud LET OP! De luchtverwarmer moet eenmaal per Sommige controles kunnen alleen worden uitgevoerd als jaar worden geïnspecteerd en gereinigd door een het toestel aan staat. Doe het volgende: gekwalificeerde installateur met voldoende kennis van het apparaat. 1. Sluit de luchtverwarmer opnieuw aan op de elek- trische voeding.
Figuur 25 - Afstand tussen de twee elektroden 7. Monteer de brandereenheid terug in de luchtverwarmer. – Gebruik nieuwe pakkingen. 10.4. Onderhoud bij stoffige omgevingen In stoffige omgevingen kan het rooster voor de brander verstopt raken. 1. Verwijder de branderventilator. 2.
11. Elektrisch schema Een volledig elektrisch bedradingsschema wordt getoond in figuur 27 / 29 / 31 / 33. De aansluitingen die het belangrijkst zijn voor het installatieproces worden getoond in figuur 28 / 30 / 32 / 34. Type verbinding Alarmoutput 230 V (optioneel) Modbus-aansluiting (optioneel) 21 (0-10V)
Pagina 29
Type verbinding 21 (0-10V) Alarmoutput 230 V (optioneel) J9- 1 20 (GND) J9- 3 Modbus-aansluiting (optioneel) J9- 2 J2-1..6 J9- 4 0 - 10 V input (optioneel) J6- 1 Modulerende thermostaat J6- 8 J1- 1 J6- 2 AAN / UIT-thermostaat (optioneel) J1- 5 J6- 9 J1- 2...
Pagina 30
Type verbinding 21 (0-10V) Alarmoutput 230 V (optioneel) J9- 1 20 (GND) J9- 3 Modbus-aansluiting (optioneel) J9- 2 J2-1..6 J9- 4 0 - 10 V input (optioneel) J6- 1 Modulerende thermostaat J6- 8 J1- 1 J6- 2 AAN / UIT-thermostaat (optioneel) J1- 5 J6- 9 J1- 2...
Pagina 31
Type verbinding 21 (0-10V) Alarmoutput 230 V (optioneel) J9- 1 20 (GND) J9- 3 Modbus-aansluiting (optioneel) J9- 2 J2-1..6 0 - 10 V input (optioneel) J9- 4 J6- 1 Modulerende thermostaat J6- 8 J1- 1 J6- 2 AAN / UIT-thermostaat (optioneel) J1- 5 J6- 9 J1- 2...
12. Exploded view en reserveonderdelen De delen van de luchtverwarmer worden getoond in de figuur 35 - 36. De onderstaande tabel beschrijft elk onderdeel en toont het juiste artikelnummer voor een vervangend onderdeel. Figuur 35 - Exploded view van de HR10 - HR60 Figuur 36 - Exploded view van de HR80 - HR120...
14. Conformiteitsverklaring Winterwarm Heating Solutions B.V. Industrieweg 8 7102 DZ, Winterswijk Nederland Verklaart dat de luchtverwarmers type: • HR10, HR20, HR30, HR40, HR50, HR60, HR80, HR100 en HR120 – CE-PIN: 0063BO3156 Zijn in overeenstemming met de essentiële vereisten van de relevante EU-richtlijnen, namelijk: •...