Pagina 1
AANVULLEND INSTRUCTIEBOEKJE LUCHTVERWARMER TYPE TR A, C & R Axiaal+omkasting, Centrifugaal systeemventilator & Rooftop NL136h DIT DOCUMENT ABSOLUUT DOORLEZEN ALVORENS MET DE INSTALLATIE TE BEGINNEN. NA INGEBRUIKNAME DE GEBRUIKER INSTRUEREN EN DIT DOCUMENT BIJ HET TOESTEL LATEN Instructies TR-serie Centrifugaal...
OOFTOP UITVOERING TECHNISCHE GEGEVENS INSTALLATIE LGEMEEN PHANGING PLAATSING 4.2.1 Ophanging TR A & TR C basis en TR A & TR C met ventilatoromkasting 4.2.2 Plaatsing TR R Rooftop ANAALAANSLUITING 4.3.1 Luchtweerstanden accessoires 4.3.2 Minimale afstanden tot bochten of andere appendages 4.3.3...
Pagina 3
RAAGFRAMES 8.4.1 Rooftop Frame TR24 R – 50 R 8.4.2 C Frame TR24 R – 50 C / R 8.4.3 Rooftop frame TR60 R-150 R 8.4.4 C Frame TR60 -150 C / R TR R OOFTOP ITBLAASMODULE 8.5.1 TR24 R t/m 50 R Rooftop + Uitblaasmodule 8.5.2 TR60 R t/m 100 R Rooftop + Uitblaasmodule 8.5.3...
1 Woord vooraf: Dit gebruiks- /installatievoorschrift is een aanvulling voor de luchtverwarmer uit de TR-serie bestaande uit de volgende types: • TR: Standaard serie met axiaal ventilator Geen mogelijkheden tot het aansluiten van extra lucht-zijdige accessoires 1.1 TR-A: Heater met extra sterke axiaal ventilator Beperkte mogelijkheden met het aansluiten van lucht-zijdige accessoires.
2.2.2 TR-A met ventilatoromkasting De TR luchtverwarmer haalt zijn aangezogen lucht uit een aanzuig kast aan de achterzijde. In deze kast kunnen luchtkleppen en of filters gemonteerd zijn. Het toestel blaast de verwarmde lucht direct in de ruimte. Het toestel is niet geschikt om in een kanaal uit te blazen. Hierdoor zou de luchtzijdige weerstand te hoog oplopen en er te weinig lucht over de warmtewisselaar gaan.
4.2 Ophanging / plaatsing 4.2.1 Ophanging TR A & TR C basis en TR A & TR C met ventilatoromkasting Ten behoeve van de ophanging van de heaters zijn op de bovenzijde van het toestel 4x resp. 6x M10 draadaansluitingen aangebracht, zie hoofdstuk 8.
Bij toepassing van standaardaccessoires moet rekening worden gehouden met de volgende drukverliezen: Ventilatoromkasting 20 Pa Kleppensectie 10 Pa Filtersectie (klasse EU2), schoon 40 Pa Buitenlucht-rooster 10 Pa Inblaasunit down flow (Rooftop) 20 Pa 4.3.2 Minimale afstanden tot bochten of andere appendages Het is belangrijk dat de wisselaar over zijn gehele oppervlak gelijk aan wordt geblazen.
4.4 Installatie voorbeelden voor industriële toepassingen Een installatie waarbij in twee of meerdere ruimtes warme lucht wordt in geblazen, dient de retourlucht naar de luchtverwarmer terug gewaarborgd te zijn. Figuur 4-1: voorbeeld met twee ruimten Een luchtverwarmer in een aparte ruimte geplaatst en met kanalen verbonden met de ruimte daarnaast.
5 Electrische aansluiting 5.1 Algemeen: De installatie moet voldoen aan de geldende plaatselijke en/of landelijke voorschriften o.a. NEN 1010. Zorg o.a. voor een juiste aansluitgroep met hoofdzekering. Het elektrisch schema van het toestel kunt u achter in deze handleiding vinden Werkschakelaar of contactstop.
Dat laatste kan consequenties hebben voor de motorkeuze. In het geval van een TR A toestel kan het zijn dat de filters in de ventilatoromkasting verstopt zijn geraakt. Dit leid tot een hogere weerstand waardoor de systeemventilator niet voldoende lucht kan transporteren.
8.4.2 C Frame TR24 R – 50 C / R DETAIL A C Frame profile 10x Ø10mm 143,5 1440 1487 1540 C Frame TR24, 28, 40, 50 C / R scale 1 : 20 Pagina 32/37 Bijlage bij Instructies TR Centrifugaal...
8.4.4 C Frame TR60 -150 C / R DETAIL A C - Profile 72,5 1790 1840 1895 C Frame scale: 1 : 20 TR60 t/m 150 C / R Pagina 34/37 Bijlage bij Instructies TR Centrifugaal...