5. De luchtverwarmer bedienen
5.1. Minimale vermarmingstijd
Het elektrische deel van de hybride luchtverwarmer
zal altijd minimaal 10 seconden branden, zelfs als de
warmtevraag stopt. Dit om te voorkomen dat er veel start
en stops zijn. De lichtverwarmer zal altijd 3 minuten na
ventileren wanneer het elektrische deel weer uitschakelt.
5.2. Delta-T-regeling
De luchtverwarmer kan functioneren als de-stratificatie
ventilator. Dit wordt delta-T-regeling genoemd. De
temperatuur van de Smart Controller wordt vergeleken
met de temperatuursensor die zich op de luchtverwarmer
bevindt.
De systeemventilator wordt geactiveerd als het
temperatuurverschil tussen de sensor op het toestel, de
delta-T NTC-sensor, en de sensor in de Smart Controller
groter is dan 8
C (standaard fabrieksinstelling). Hierdoor
°
wordt gezorgd voor een gelijkmatige verdeling van de
temperatuur door het hele gebouw, en fungeert dus als
een volledig automatische desstratificatie-ventilator.
5.2.1. Uitschakelen delta-T-regeling
De delta-T-regeling kan worden uitgeschakeld wanneer dit
niet gewenst is (bijvoorbeeld wanneer het tocht of minder
comfort veroorzaakt). Dit kan worden gedaan in het
menu Instellingen van de Smart Controller. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de Smart Controller voor meer
informatie.
6. In bedrijf stellen van de luchtverwarmer
6.1. De instellingen aanpassen
Voorafgaand aan het verpakken is de veiligheid en werking
van elke luchtverwarmer in detail gecontroleerd. Het
toestel is ook ingesteld op het juiste rendement.
Over het algemeen hoeft het toestel na installatie niet te
worden ingeregeld. Het is alleen nodig om een functionele
controle uit te voeren.
INSTALLATIEHANDLEIDING LUCHTVERWARMER TYPE QSE
5.3. Zomerventilatie
De ventilator kan in de zomer worden ingeschakeld.
Volg de instructies in de gebruikershandleiding van
de Smart Controller of stel de ventilatie in via het
gebouwenbeheerssysteem.
5.4. Beveiliging tegen oververhitting
De warmtewisselaar van de luchtverwarmer is beschermd
tegen oververhitting.
5.4.1. Warmtewisselaar
Een NTC-temperatuursensor bevindt zich in de buurt
van (of op) de warmtewisselaar. Deze sensor bewaakt de
temperatuur van de warmtewisselaar.
Als de warmtewisselaar te heet wordt, zal deze sensor
ervoor zorgen dat het verwarmingsproces stopt.
Afhankelijk van de temperatuur voert de luchtverwarmer
de volgende acties uit:
•
Stap 1: Vermogensreductie (indien mogelijk).
•
Stap 2: De warmteafgifte stopt, gevolgd door een
automatische herstart wanneer het toestel weer is
afgekoeld (thermostaatdisplay).
•
Stap 3: De warmteafgifte stopt, gevolgd door een
vergrendeling. Een handmatige reset is vereist.
(thermostaatdisplay).
LET OP
Een handmatige reset kan worden uitgevoerd op
de elektronische printplaat of op afstand met de speciale
kamerthermostaat.
6.2. In bedrijf stellen van de
luchtverwarmer
Nadat het toestel volgens deze handleiding is
geïnstalleerd, kan deze in gebruik worden genomen. Volg
de volgende instructies:
1. Schakel de elektrische voeding in met de
werkschakelaar.
13