Display
Foutmelding
E-14
Interne fout
E-15 tot 20
Interne fout
E-21 en 22
Fout sensor
warmtewisselaar
E-27 en 28
Fout sensor
warmtewisselaar
E-34
Reset knop fout
E-36
Oververhitting
E-38 en 39
Fout sensor
warmtewisselaar
E-47 en 48
Fout sensor
warmtewisselaar
E-49 tot 64
Interne fout
E-65
Spanning te laag Voedingsspanning is te
E-66
Spanning te
hoog
7.3. Waarschuwingen
De onderstaande tabel beschrijft de tijdelijke
waarschuwingen die kunnen optreden. Het toestel blijft
functioneren of stopt totdat de oorzaak is verholpen.
Display
Foutmelding
A-07
Oververhitting
7.4. Instructies
Nadat u het probleem hebt geïdentificeerd, gebruikt u het
casusnummer om de mogelijke oorzaak in deze alinea te
vinden.
Casus 1: Relais voor laagstand sluit niet
•
Controleer of het relais sluit
•
Controleer of stekker J5 goed is gemonteerd.
•
Controleer of de draden op de contacten 13 en 14
van het relais laag goed zijn aangesloten.
INSTALLATIEHANDLEIDING LUCHTVERWARMER TYPE QSE
Beschrijving
Casus #
Relais laag gesloten terwijl
16
dit niet zo zou moeten
zijn.
Interne fout
13
Warmtewisselaar sensor
4
niet gedetecteerd
Kortsluiting
4
warmewisselaarsensor
Te veel reset acties in
9
korte tijd
Warmtewisselaar sensor is
3
oververhit
Warmtewisselaar sensor
4
niet gedetecteerd
Kortsluiting sensor
4
warmtewisselaar
Interne fout
13
laag voor meer dan 1
minuut
Voedingsspanning is te
hoog voor meer dan 1
minuut
Beschrijving
Casus #
Warmtewisselaar
3
temperatuursensor is
oververhit
Casus 3: Temperatuursensor van de warmtewisselaar is
oververhit.
•
Controleer of de connector J12 en J6 correct zijn
aangesloten en of de verbinding op connector
J12[1-4] (optionele temperatuurbeveiliging)
gesloten is.
•
Controleer of de systeemventilator voldoende lucht
toevoert.
Casus 4: Warmtewisselaar temperatuursensor of
rookgastemperatuursensor niet gedetecteerd, of
kortgesloten.
•
De warmtewisselaar sensor bestaat uit twee interne
sensoren. De waarden van deze sensoren kunnen
te veel verschillen:
– Meet de weerstand van elke sensor. De
weerstand moet 20 KΩ bij 25 °C en 25 KΩ bij
20 °C zijn.
– Als de gemeten waarden te veel verschillen,
vervangt u de sensor.
Casus 9: Te veel resetacties in korte tijd.
•
Deze fout verdwijnt na enige tijd of als de
stroomtoevoer voor een tijdje wordt onderbroken.
Casus 12: E-fout gedurende meer dan 24 uur.
•
Schakel de luchtverwarmer uit en weer in en
controleer de foutcode.
Casus 13: Interne fout.
•
Maak het toestel spanningsloos en sluit weer aan.
Als dit niet helpt:
– Vervang de branderbesturing.
Casus 16: Fout veiligheidsrelais.
1. Isoleer de stroomtoevoer.
2. Controleer of één van de relais is blijven hangen in
ingeschakelde toestand. Zo ja,
– vervang het relais.
3. Sluit het toestel weer aan.
4. Controleer of één van de relais meteen wordt
ingeschakeld. Zo ja,
– Vervang de besturingsprint.
15