voering van een aluminium leiding deze
leiding kan bezwijken maar dat deson-
danks de temperatuur in een schacht
niet in alle gevallen zo hoog wordt dat
de brand binnen de minimaal gestelde
tijd op een andere bouwlaag uit de
schacht kan treden.
Als een schachtwand voldoet aan de eis
van brandwerendheid van 30 minuten
hoeft om deze reden op een aluminium
leiding niet altijd een extra voorziening
te worden aangebracht maar kan deze
soms worden gelijkgesteld met een
stalen leiding. Dit betekent wel dat de
sparing op de juiste brandwerende wijze
moet worden afgedicht. Belangrijk
hierbij is dat er zich in dezelfde schacht
geen brandbare leidingen bevinden.
De eisen voor brandwerendheid van
toepassing van aluminiumleidingen in
schachten zijn echter niet altijd vooraf
duidelijk aan te geven maar zijn mede
afhankelijk van de bouwkundige con-
structie, aantal bouwlagen, toegepast
toestel e.d. Overleg vooraf met de con-
trolerende instantie is in deze erg
belangrijk om problemen achteraf te
voorkomen.
Een ander aandachtspunt is dat bij
schachten met een oppervlakte groter
dan 150 cm
2
, welke grenzen aan meer
dan één brandcompartiment, de
schachtwand aan de binnenzijde van
minimaal 10 mm dik onbrandbaar
materiaal dient te zijn. Deze regel
wordt gesteld aangezien zich binnen
een schacht een brand zou kunnen ver-
plaatsen buiten het gezichtsveld van de
brandweer.
Materiaalkeuze
Het op juiste wijze uitvoeren van een
voldoende brandwerende doorvoering
is sterk afhankelijk van de te realiseren
brandwerendheid, dikte en soort
leiding, afmeting van de sparing en
dergelijke. Voor een specifieke uitvoe-
ring van een correcte afdichting ver-
wijzen wij u naar leveranciers van
brandwerende producten, bijvoorbeeld
Promat, Walraven of Gerco. Op de web-
site van deze leveranciers kunt u uitge-
breide informatie vinden over toe te
passen materialen. Tevens kan bij de
fabrikant van de leidingmaterialen,
(voor rookgasafvoermaterialen bijv.
Burgerhout of Panflex) aan de hand van
9
het Komo certificaat, informatie wor-
den verkregen over de brandwerendheid
van toegepaste leidingen.
De regelgeving omtrent leidingaanleg in
relatie tot de brandwerendheid van een
gebouw zal voor menig installateur een
moeilijk te overzien onderdeel zijn.
Tevens zijn alternatieven mogelijk
indien deze als gelijkwaardig kunnen
worden aangetoond. Zoals eerder aan-
gegeven adviseren wij u bij twijfel over
de juiste uitvoering vooraf overleg te
voeren met de betrokken controlerende
instantie. In veel gevallen is het eerste
aanspreekpunt de afdeling Bouw- en
Woningtoezicht van de betrokken
gemeente.
Bronnen
• Bouwbesluit.
• Gastec QA.
• Handboek brandwerendheid.
• NEN 1078 Praktijkrichtlijn gasinstal-
laties - Deel 42.
• NEN 6068 Bepaling van de weer-
stand tegen branddoorslag en brand-
overslag tussen ruimten.
• NEN 6090 Bepaling van de vuur-
belasting.