Figuur 20 Leidingschacht
Nog een ander aandachtspunt vormen
rookgasafvoerleidingen welke verschil-
lende ruimtes doorkruisen.
Als een rookgasafvoerleiding door een
belendende toegankelijke ruimte (bijv.
toegankelijke zolder) loopt mag deze,
volgens het Bouwbesluit een maximale
temperatuur bereiken van 90 ˚C. Als de
buitenwand van deze leiding een hogere
temperatuur kan bereiken zal deze in
een brandwerende aftimmering moeten
worden aangebracht of als dubbelwan-
dige/concentrische leiding moeten
worden uitgevoerd.
Bij toepassing van kunststof leiding
voor rookgasafvoer dient tevens reke-
ning te worden gehouden met een
bepaling uit de NEN 1078 deel 42 (bij
velen bekend als de Gavo) en de Gastec
QA keuringseis QA 199. Hierin staat
dat kunststof rookgasafvoeren slechts
mogen worden toegepast als voering in
een voor rookafvoer geschikte schoor-
steen, dan wel omkokerd of concen-
trisch dienen te zijn uitgevoerd. Boven-
dien dienen kunststof rookgasafvoeren
luchtomspoeld te zijn, dat wil zeggen
dat er rondom deze leiding een lucht-
stroom naar buiten of naar de cv-toestel
dient te zijn. Een uitzondering op deze
regel zijn de toestelaansluitleidingen tot
een bepaalde lengte in een stookruimte,
mits deze in zicht zijn aangebracht.
Leidingschachten
In gebouwen met meerdere verdiepin-
gen loopt in veel gevallen een leiding-
schacht door meerdere boven elkaar
gelegen brandcompartimenten. Dit
betekent dat de wanden van een derge-
lijke schacht dienen te voldoen aan de
eisen van brandwerendheid welke
gesteld worden aan brandcompartimen-
ten. Het zal dus op zijn minst 60 minu-
ten moet duren voordat een brand van
het ene compartiment een andere kan
bereiken. In de praktijk zal dit meestal
neerkomen op een schachtwand welke
een brandwerendheid heeft van mini-
maal 30 minuten. Als een brand via de
schacht van het ene naar een ander
compartiment over wil slaan, zal de
brand immers tweemaal een brandwe-
rende scheiding van 30 minuten moeten
overbruggen (2 x 30 minuten =
60 minuten).
Hierbij dient in aanmerking te worden
genomen dat de doorvoeringen naar de
schacht eveneens aan deze brandwe-
rendheid van 30 minuten dienen te vol-
doen.
Dit kan worden bereikt zoals eerder
omschreven bij doorvoeringen van
individuele leidingen.
Bij een brandwerende schachtwand van
30 minuten is het tevens van belang dat
er zich in dezelfde schacht, als waar een
8
rookgasafvoer is aangebracht, geen
kunststof leidingen, bijvoorbeeld PVC
afvoerleidingen, bevinden. Deze leidin-
gen kunnen namelijk zelf ook branden
waardoor een brand zich via de schacht
verder kan verplaatsen. Als er wel
kunststof leidingen in een schacht zijn
aangebracht zullen, om te voldoen aan
de eis van 60 minuten brandwerendheid
tussen twee compartimenten, deze
kunststof leidingen moeten worden aan-
gebracht in een gescheiden deel van de
schacht welke voldoet aan de eisen voor
brandwerendheid.
Een uitzondering op de eis, welke
wordt gesteld aan doorvoeringen van en
naar een schacht, zijn doorvoeringen
vanuit een badkamer. Hiervoor geldt
niet de eis van 30 minuten brandwe-
rendheid. Uitgangspunt hierbij is dat in
een dergelijke natte ruimte weinig of
geen brandbare materialen aanwezig
zijn waardoor de brand zich binnen
korte tijd zou kunnen voortplanten.
Aluminium leidingen nemen een bij-
zondere plaats in, indien deze aange-
bracht zijn in een schacht. Zoals eerder
vermeld kunnen deze, gezien het lage
smeltpunt, vroegtijdig bezwijken maar
zijn niet zelfontbrandend. De gedachte
hierbij is dat bij intrede van een brand
in een schacht ter plaatse van een door-