Routinematige apparaatcontroles en geplande follow-ups
kunnen automatisch en buiten uw weten om plaatsvinden,
of u moet op de hartknop drukken als deze knippert om het
proces te voltooien. Raadpleeg "De hartknop gebruiken" op
pagina 16 voor meer informatie.
Uw arts kan ook periodieke updates naar uw Communicator
versturen om de planning voor het uitlezen van gegevens van
uw geïmplanteerde apparaat te wijzigen.
Een verbindingshulpstuk moet worden aangesloten op uw
Communicator zodat uw Communicator in staat is om uw
geïmplanteerde apparaatgegevens naar de website voor artsen
te verzenden. Raadpleeg "Uw Communicator instellen" op
pagina 27 voor aanwijzingen. Neem contact op met uw arts
om te weten te komen welk verbindingshulpstuk juist is voor u.
Deze apparatuur dient te worden geïnstalleerd en in gebruik te
worden genomen volgens de informatie in de meegeleverde
documenten. Neem contact op met uw arts indien u hulp nodig
hebt bij het installeren of gebruiken van uw Communicator.
De Communicator biedt geen continue bewaking.
Met de Communicator worden geen functies van
uw geïmplanteerde apparaat gewijzigd of opnieuw
geprogrammeerd. Alleen uw arts kan dit doen tijdens
bezoeken aan zijn praktijk.
De Communicator is uitsluitend bestemd voor gebruik met
uw geïmplanteerde apparaat. De Communicator werkt niet
met een geïmplanteerd apparaat van een andere patiënt.
De Communicator dient uitsluitend te worden gebruikt zoals
toegestaan door de voorschrijvende arts. De Communicator
mag alleen worden gebruikt met een geïmplanteerd apparaat
van Boston Scientific.
LATITUDE™ Communicator Patiëntenhandleiding
3