4.5 Watervulling
Spoelen van de verwarmingsinstallatie
Voor de eerste watervulling de installatie grondig
doorspoelen, zodanig dat vreemde voorwerpen verwijderd
worden. Lasparels, roest, hamerslag, slib enz. kunnen de
bedrijfszekerheid beïnvloeden.
Watervulling :
•
vulslang vast aan de waterkraan (1) aansluiten.
•
vulslang los aan de ketel-vulkraan (3) aansluiten.
•
waterkraan langzaam openen, zodra water uitstroomt,
slangaansluiting (2) aan de vulkraan aantrekken.
•
ketel-vulkraan (3) openen, stookinstallatie langzaam
vullen.
•
verwarmingsinstallatie van onder naar boven
ontluchten.
•
speciaal bij gebruik van de WTC in een
dakstookcentrale dient een bijkomende automatische
ontluchter in de terugloop ingebouwd te worden.
Geen additieven aan het verwarmingswater toevoegen !
Vorstbeschermingsmiddelen, inhibitoren of andere
chemische additieven niet gebruiken. Het
verwarmingswater moet de kwaliteit van drinkwater
hebben.
Vloerverwarmingen uit niet zuurstof-diffusiedichte
kunststofbuizen kunnen alleen via aparte
warmtewisselaars aangesloten worden.
Checklijst hfst. 5.1 in acht nemen !
Vereenvoudigd installatievoorbeeld
Bij onduidelijke hydraulische omstandigheden wordt de
inbouw van een hydraulische evenwichtsfles met
bijkomende ketelkringpomp (primaire kring) aanbevolen.
Hydraulische aansluitschema's kunnen aangevraagd
worden.
Vulkraan aan de terugloopleiding
Koudwater-
aansluiting
Verwarmingsschema
B1
ϑ
WTC 45/60
Net
3
4
M3
A6 Digitale regelaar WRD R3.0
B1 Buitenvoeler (NTC)
B3 Warmwatervoeler (NTC)
M1 Pomp stookkring SK1
M3 Laadpomp warm water
M7 Circulatiepomp
1 Verschildruk-overstroomventiel
3 Veiligheidsgroep, dimensionering afhankelijk van de installatie
4 Multifunctioneel ventiel, afsluiting alleen voor onderhoud van het expansievat
A6
ϑ
HK1
1
M1
WAS
Waterverwarmer
M7
B3
ϑ
Koudwater
veiligheidsgroep
volgens DIN 1988
9