7 Onderhoud
7.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het onderhoud
Onderhoud alleen door deskundige vaklui
Onvakkundig uitgevoerde onderhouds- en
herstellingswerkzaamheden kunnen zware
ongevallen tot gevolg hebben. Personen kun-
nen daarbij zwaar gewond of gedood wor-
GEVAAR
den. Onderstaande veiligheidsrichtlijnen die-
nen absoluut in acht genomen te worden.
Personeelskwalificatie
Onderhouds- en herstellingswerken mogen alleen
uitgevoerd worden door gekwalificeerde vaklui, die over de
nodige kennis beschikken.
Voor alle onderhouds- en herstellingswerken :
1. Hoofd- en gevaarschakelaar en netschakelaar van de
installatie afzetten.
2. Gaskogelkraan sluiten.
3. Montage- en bedieningsrichtlijnen in acht nemen.
Na alle onderhouds- en herstellingswerken :
1. Functiecontrole.
2. Controle van de rookgasverliezen, alsook van de CO
/O
-/CO-waarde.
2
3. Meetprotocol opstellen.
4. Verschildrukmeting tussen meetpunt voor de brander
en rookgasmeetpunt, om na te gaan in hoeverre de
warmtewisselaars vervuild zijn.
Datum
Meetpunt voor de brander Rookgasmeetpunt :
.............
............................... mbar
.............
............................... mbar
.............
............................... mbar
7.2 Service-functie
Omschakeling minimale- / nominale last
Door gelijktijdig indrukken van de beide toetsen wordt de
testfase ingeschakeld. De toestand wordt op het display
weergegeven.
+
2 sec. ingedrukt
mode
+
op het display verschijnt [ H ]
+
2 sec. ingedrukt
mode
–
op het display verschijnt [ L ]
+
2 sec. ingedrukt
+
–
Na ca. 15 minuten wordt automa-
tisch op normale werking (modulatie)
omgeschakeld.
De omschakeling is niet mogelijk bij de melding 6 (spertijd)
of 8.
Eerst de toets
indrukken, 1 minuut wachten.
reset
30
-
2
.........................mbar
.........................mbar
.........................mbar
= nom. last
= min. last
= modulatie
Onderhoudswerken
Stilstandstijden
Als het toestel langere tijd niet benut wordt, zijn volgende
maatregelen noodzakelijk :
1. Gasventiel sluiten.
2. Hoofd- en gevaarschakelaar uitschakelen.
3. Verwarmingsinstallatie ledigen of tegen vorst afscher-
men.
4. Waterverwarmer ledigen, water afsluiten.
5. Afsluit- en regelventielen openen.
6. Pompen en regelkringen uitschakelen.
Display
mode
step
reset
store
+
–